Van Nieuwenhuizen schuift rapport-Boelhouwer voor zich uit
De geborgde zetels zouden niet democratisch zijn, betoogden onder andere D66, GroenLinks, PvdA en de SP. Gemeentes, provincies en het Rijk hebben geen geborgde zetels nodig, waarom waterschappen dan wel? De PVV, bij monde van Roy van Aalst, vindt het zelfs beter als waterschappen in hun geheel verdwijnen en opgaan in de provinciebesturen.
Jaco Geurts (CDA) en Chris Stoffer (SGP) gingen daartegenin. Waterschappen zijn niet te vergelijken met andere bestuursorganen, argumenteerden zij, want anders dan die organen hebben waterschappen een enkele, specifieke taak. Afwegingen tussen verschillende belangen - een politieke taak - komen bij waterschappen, anders dan bij die andere besturen, nauwelijks voor. Geurts verwees naar het OESO-rapport uit 2014, dat concludeerde dat de organisatie van het waterbeheer in Nederland uitstekend in elkaar zit. Stoffer, een oud-waterschapsbestuurder, vroeg zich af welk probleem nu eigenlijk wordt opgelost als de geborgde zetels worden opgeheven. Hij stelde dat de kennis die geborgde zetels meebrengen, belangrijk zijn voor het functioneren van het waterschap. Die kennis zou verloren gaan als de geborgde zetels worden afgeschaft.
Wat de democratische legitimatie van de waterschappen betreft, stelde hij dat de meeste Nederlanders nauwelijks weten wat de waterschappen eigenlijk doen. Als de waterschapsverkiezingen niet tegelijk met de provinciale verkiezingen zouden worden gehouden, zei hij, zou de opkomst hooguit 20 procent zijn.
Impact assessment
Maar minister Van den Nieuwenhuizen liet weten dat de geborgde zetels wat haar betreft in ieder geval in deze kabinetsperiode niet worden afgeschaft. Ze wil eerst de Unie van Waterschappen laten reageren. „En die hecht aan een zorgvuldige sondering bij de achterban", stelde ze. „Zij komen in het najaar met een reactie."
Naast de UVW wil de minister ook andere belanghebbenden consulteren over het rapport. Ze wil het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving, het OFL, een impactassessment laten maken „waarin alle betrokken partijen kunnen reageren." En niet enkel over geborgde zetels. Het advies van Boelhouwer en de zijnen gaat verder dan dat, en stelt bijvoorbeeld ook een minimum aantal zetels voor elk waterschapsbestuur voor. Daar zou het OFL zich ook over moeten uitspreken.
Met nog maar negen maanden tot de verkiezingen is het onwaarschijnlijk dat deze assessment op tijd af zou zijn om nog voor die tijd fatsoenlijk af te ronden. Daarom zal een beslissing over de geborgde zetels deze kabinetsperiode niet meer worden genomen.