Beverprotocol biedt mogelijkheden voor beheer
Daarvoor kan dan een ontheffing worden aangevraagd op de Wet natuurbescherming.
Bevers zijn in 1998 in Nederland geherintroduceerd in de natuurgebieden de Gelderse Poort en de Biesbosch, aan weerszijden van het werkgebied van Waterschap Rivierenland. Ze gedijen sindsdien wonderwel: de populatie werd vorig jaar geschat op 3.000 tot 3.500 dieren in heel Nederland. „Er is geen uiterwaard in Nederland waar geen bevers zitten”, stelt woordvoerder Jelmer Krom van het waterschap. In het werkgebied van het waterschap zitten er naar schatting zo'n duizend.
Flinke hond
Met hun dammen kunnen ze de waterafvoer in beken en sloten blokkeren. Daarnaast graven ze ook forse holen in taluds van dijken en tunnels, en langs watergangen in akkers. Behalve voor de veiligheid van de dijken kunnen de gaten ook gevaarlijk zijn voor vee of landbouwmachines in de uiterwaarden. „Een bever is zo groot als een flinke hond, en ze graven holen waar ze met een heel gezin in passen”, aldus Krom. Verder is bekend dat bevers zich ook te goed kunnen doen aan maïs.
Oplopend
Het nieuwe Beverprotocol vervangt de tot nu toe geldende werkafspraken. Kern van het protocol is dat het 'oplopend' is, van lichte maatregelen naar zwaardere. Het begint met het verwijderen van vegetatie zodat een locatie voor de bever onaantrekkelijk wordt, tot het uitgraven van en dichten van gangen en het verwijderen van dammen. Waar schades worden hersteld, worden ook beverwerende maatregelen genomen, zoals het ingraven van gaas of stenen tegen nieuwe graverij. Als niets helpt om de bevers te verplaatsen naar een plek waar ze geen kwaad kunnen, dan mogen ze bij uitzondering worden gedood, als laatste redmiddel.
Hans van Beuzekom, portefeuillehouder Flora en Fauna van LTO-regio Oost, is blij met die mogelijkheid. „Als het om de veiligheid gaat, ben ik voorstander van beheer. De bever doet het erg goed. Als er voldoende aantallen zijn van beschermde dieren, moet je logisch nadenken en beheer toepassen. Of het nu vangen is en elders uitzetten, of afschieten.” Boeren die graverij van bevers opmerken, kunnen dat melden bij het waterschap of direct bij de provincie.
Vluchtplaatsen
Daarnaast pleit Waterschap Rivierenland er bij Rijkswaterstaat en terreinbeherende organisaties voor om in uiterwaarden voor bevers hoogwatervluchtplaatsen te creëren: begroeide verhogingen in het landschap waar bevers beschutting kunnen zoeken. Zo hebben de dieren bij hoogwater op de rivieren een alternatief voor het graven van holen in dijken.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Waterschap Rivierenland