Deelnemers willen Landbouw Collectief niet opheffen

Nu de stikstofbrief van de overheid is verschenen, bekijken de deelnemers aan het Landbouw Collectief hoe ze verder willen gaan. Het collectief opheffen wil niemand, maar de meningen over de mate van samenwerking lopen uiteen.

Nadat eind april de regering in een Kamerbrief uiteen had gezet welk stikstofbeleid ze gaan voeren was de originele rol van het Landbouw Collectief uitgespeeld. De dertien partijen waren in november bij elkaar gekomen om samen één landbouwblok te vormen in de onderhandelingen met de regering over het stikstofbeleid, en de afspraak was om samen op te blijven trekken totdat de regering het beleid had vastgesteld; dus tot de stikstofbrief van vrijdag 20 april. Nu die brief er is gekomen, onderzoeken de deelnemers of en hoe ze verder willen gaan.

„Wat ons betreft blijft het Landbouw Collectief bij elkaar“, vertelt Harm Wiegersma, voorzitter van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond. „Maar dat hoeft niet in dezelfde strakke samenstelling als we tot nu toe gedaan hebben. Met de stikstofbrief is de noodzaak tot gezamenlijk optrekken verdwenen.“ Hij ziet het collectief in de toekomst vooral in lossere samenstellingen opereren, waarbij organisaties wiens belangen geraakt worden, bij elkaar komen. Diane Saaman van Netwerk Grondig is een zelfde mening toegedaan. „Laten we nu maar eens een adempauze nemen tot na de zomer“, vertelt ze, „en daarna kijken wat voor issues er spelen, en welke organisaties daarbij betrokken zijn.“ Netwerk Grondig, legt ze uit, komt op voor grondgebonden melkveehouders, en hoeft niet zo nodig mee te praten over zaken die de melkveehouderij niet raken.

Nog niet afgelopen

Het is een standpunt dat niet door iedereen gedeeld wordt. „Het is nog niet afgelopen na de stikstofbrief“, vindt Dutch Dairy Board-voorzitter Sieta van Keimpema. „Kijk bijvoorbeeld naar de brief van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken, over de herindeling van het ruimtelijk gebied in Nederland. Die zou de ruimte voor boeren flink inperken. Daar moet je toch samen met alle sectoren tegen optrekken.“

Zij vindt Hennie de Haan aan haar zijde. „Wij trekken liever in gezamenlijkheid met de andere bonden op“, vertelt de voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP). „Met de publicatie van de stikstofbrief is het nog niet afgelopen; nu moeten beslissingen worden gemaakt over de uitvoering daarvan. En het is goed dat we daarbij betrokken blijven.“ Dat wil niet zeggen dat je altijd met dertien partijen doorgaat, vertelt ze. Maar het is verstandig dat de veehouderijsectoren elkaar vasthouden en zich niet tegen elkaar laten uitspelen.

Ook wat Linda Janssen van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) betreft blijft het Landbouw Collectief bij elkaar. „Er zijn een aantal werkgroepen aan de slag die verschillende onderwerpen uit de brief verder uitwerken, en die gaan daar gewoon mee door“, vertelt ze. „Daarnaast gaan de provinciale afdelingen van het LC nu aan de slag om met de provincies rond de tafel om het stikstofbeleid regionaal vorm te geven.“

LTO

De LTO is eveneens gevraagd om een reactie. Tot op heden heeft 's lands grootste belangenorganisatie voor de agrarische sector nog niet gereageerd over hun positie binnen het Landbouw Collectief.

Tekst: Wim van Gruisen

Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.