Column: De kool en de geit worden niet gespaard
Het zou logisch geweest zijn om te wachten op het nieuwe vervolgadvies van de commissie-Remkes of tot het einde (en de daarna volgende noodzakelijke bezuinigingen) van de coronacrisis maar de minister koos voor de aanval. En dan ook meteen maar voor het wettelijk vastleggen voor een periode van tien jaar, ongeacht wat volgende kabinetten willen (of moeten).
Rechtszaken
Het eerste doel van het met geld strooien is in ieder geval niet bereikt. Aan de ene kant LTO, FDF, Nevedi en het Landbouw Collectief en aan de andere kant MOB lieten direct weten het niet met de plannen (om heel verschillende redenen uiteraard) eens te zijn. Dat betekent komende jaren flink wat rechtszaken. Waarbij de vrees gerechtvaardigd lijkt dat met name MOB zich zal richten op zaken tegen individuele boeren om de plannen van de minister van tafel te krijgen.
In de brief van Schouten aan de Kamer valt verder op dat zij een deel van het beleid naar de provincies wil doorschuiven. In politiek jargon heet dat gebiedsgerichte aanpak. Het komt erop neer dat provincies zich met zaken als extern salderen en (nog meer) met verbeteren en uitbreiden van natuurgebieden mogen gaan bezig houden. De landbouw(on)vriendelijkheid van Provinciale Staten wordt dus komende jaren weer belangrijker.
Opslag stikstof
Wat in de brief van Schouten vrijwel ontbreekt is een gefundeerde visie op de landbouw als economische sector. De brief staat vol met bekende (en nauwelijks concrete) zaken als het stimuleren van kringlooplandbouw en biodiversiteit, het terugverdienen van kosten die boeren moeten maken voor lagere stikstofuitstoot, de rol van de verwerkende bedrijven en een goede prijs voor producten, maar nergens (afgezien van de beschikbare bedragen) wordt dat concreet uitgewerkt.
Integendeel, de minister gebruikt als argument voor de te behalen stikstofverlaging het argument dat woningbouw en bedrijfsleven na de coronacrisis weer een belangrijke bijdrage aan het economisch herstel moeten kunnen leveren. Dat de landbouw, behalve met de productie van voedsel en een flinke bijdrage aan het overschot op de handelsbalans ook een belangrijke bijdrage levert aan het opslaan van stikstof (in tegenstelling tot alle andere sectoren) wordt niet genoemd.
De aandacht voor natuur en natuurherstel is wel groot. Enorme bedragen gaan naar herstel en uitbreiding van natuurgebieden. Dat natuur in Nederland duur is, dat was al bekend maar nu worden alle records verbroken. Zelfs de vroegere niet eens zo grote bezuinigingen van staatssecretaris Henk Bleker, nog steeds veel gebruikt en aangehaald als argument door het groene deel van de politiek, verbleken daarbij.
Halvering veestapel
Gedreven door vrees voor een nieuwe juridische nederlaag hanteert de minister ook streefcijfers voor de reductie van de stikstofneerslag die vroeg of laat door de rechters moeten worden beoordeeld als zijnde reëel en gerechtvaardigd. In de praktijk zijn die nauwelijks haalbaar zonder dat er veel agrarische bedrijven worden opgekocht, de stikstofruimte naar andere sectoren verdwijnt en het aantal dieren fors verkleind wordt. Uiteraard staat dat laatste nergens in de Kamerbrief maar onderzoeksjournalist Geesje Rotgers schat in dat een halvering van de veestapel nodig is de komende tien jaar om die reductie te halen.
Het geeft meteen aan dat de landbouw amper gezien wordt als een sterke economische sector die een bijdrage kan leveren aan de reductie van de stikstofuitstoot, maar vooral als een sector die kleiner kan en mag worden. Met daarbij vooral kleinschalige, natuurvriendelijke kringloopbedrijven die een betere prijs krijgen voor hun producten dan nu. Natuurlijk is alles vrijwillig maar dat lijkt inmiddels een eufemisme voor ‘pak dat geld maar, kap er mee en lever als ex-boer een bijdrage aan woningbouw en andere echt belangrijke economische sectoren.’
Het spreekwoord is ‘de kool en de geit sparen.’ In dit geval hanteert de minister een andere variant; ‘Ik wil best de kool en de geit sparen maar eigenlijk vind ik die allebei niet zo heel belangrijk.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen