‘Strokenteelt maakt beregenen een stuk complexer’
„De provincie heeft de gronden aangekocht voor natuurontwikkeling, maar dat is nog niet gebeurd. Akkerbouwers kunnen de percelen pachten mits er aan voorwaarden voldaan wordt. Zo heeft de provincie nu strokenteelt als randvoorwaarde gesteld omdat ze wil dat er minder intensief wordt geteeld”, vertelt Ampt.
De akkerbouwers mogen maximaal één spuitboombreedte (45 meter) gewas telen. Daarnaast moet de verhouding hakvruchten/maaigewassen op een perceel 50 procent zijn. Ambt: „Je hebt vrije keuze of je bijvoorbeeld aardappelen, suikerbieten of uien teelt maar je moet wel een afwisselend bouwplan hebben. Als je een strook aardappelen zet, moet je ook een strook tarwe, bonen of graszaad – net wat je wilt -, zetten.” Op dit moment er vijf akkerbouwers in de Leenherenpolder actief die strokenteelt toepassen.
Natuurstroken
De akkerbouwer en zijn collega’s kiezen ervoor om op elk perceel natuurstroken, bestaande uit meerjarige bloemrijke graskruiden, aan te leggen. De breedte van de natuurstroken is drie meter. Elke gewasstrook grenst aan één zijde met een natuurstrook. De natuurstroken vallen onder de ANLb-regeling die wordt uitgevoerd door Coöperatie Collectief Hoeksche waard. De groenstroken legt Ampt vrijwillig aan, dit is geen voorwaarde van de provincie. „We hopen dat we kunnen laten zien dat we op deze manier toch een soort natuurvriendelijke akkerbouw kunnen bedrijven.”
Verder worden er op elk perceel wendakkers van 9 meter ingericht die worden ingezaaid met een grasklavermengsel. De wendakkers vallen niet onder de ANLb-regeling omdat deze tijdens de oogstperiode intensief worden bereden.
Gewasbeschermingsmiddelen
Er gelden geen voorwaarden voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de percelen, maar Ampt verwacht dat deze er wel gaan komen. „Ik denk dat ze in de toekomst insecticiden eruit willen hebben.” De akkerbouwer werkt zelf al jaren met steriele vliegen om uienvliegen te bestrijden. „Voor de rest gebruiken wij zo min mogelijk insecticiden en we bekijken of we door de kruidenranden minder last hebben van insecten.”
Beregenen
„Akkerbouw-technisch is strokenteelt verre van ideaal, tenzij je een mooi recht, vierkant perceel hebt”, vindt Ampt. „Maar als dat niet het geval is, dan wordt het bijvoorbeeld met spuiten wel lastig. Als je geen recht perceel hebt, heb je al gauw te maken met hoekjes waar je met de spuit overlapt of waar je juist niet kunt komen.”
Strokenteelt maakt daarnaast volgens de akkerbouwer het beregenen van gewassen een stuk complexer. „Normaal gesproken zeg je: ‘ik zet hier een haspel neer’ en je beregent het perceel. Maar nu moet je 45 meter wel beregenen en dan weer 45 meter niet. Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen.” Ampt vervolgt: „Beregenen doen we nu met overlap op de naast gelegen stroken en de hoeveelheid stemmen we af op de betreffende gewassen zodat het ene gewas misschien net wat te weinig en het andere net iets te veel krijgt. De enige goede manier om te beregenen is per strook met bijvoorbeeld een beregeningsboom, maar die hebben we niet.”
De kostprijs gaat met deze manier van telen volgens hem ook omhoog. „Het is arbeidsintensiever en je moet met meer aspecten rekening houden.” Hij verwacht daarnaast niet direct meer opbrengst. „Een voordeel van strokenteelt zou wel moeten zijn dat de ziekte- en insectendruk lager is. Maar dit wordt het eerste seizoen, dus ik heb nog geen ervaringen met wat de voordelen zijn.”
Geboren en getogen
De pachtgronden worden volgens de akkerbouwer door de provincie telkens voor één jaar uitgegeven. „Dat leidt tot veel onzekerheid. We kunnen wel allerlei dingen gaan bedenken waardoor we extensiever gaan telen, maar als je niet weet of je de grond volgend jaar weer hebt, kun je moeilijk acties ondernemen op het gebied van duurzaamheid.”
Wat maakt dat Ampt, ondanks de voorwaarden en de onzekerheid, toch ervoor kiest om deze gronden te pachten? „Ik ben hier geboren en getogen, ik ben binding met de streek”, geeft hij aan. „Daarnaast is er een behoorlijke grondhonger in Nederland. Als je er op deze manier toch nog een redelijk areaal bij kan houden?” Hij zit het ook als een keuze: „Of je denkt mee en je kan hier met beperkingen blijven telen of je bent de grond op een gegeven moment kwijt. Zo simpel is het. Daarnaast wil ik de grond het liefst zelf blijven bewerken zolang dat nog mag.”