Zuid-Holland neemt geen actieve rol in bij promotie ‘Nedersoja’
GS reageert middels de brief op een vraag van de fractie van de Partij voor de Dieren (PvdD) over wat Zuid-Holland kan doen om de teelt van soja in de provincie te stimuleren. Volgens GS zijn de opbrengsten van de sojateelt in Nederland nog vrij laag en zijn de risico’s van de teelt ‘aanzienlijk’.
Een grootschalige introductie Nedersoja in het teeltplan van akkerbouwers en melkveehouders hangt volgens GS nu vooral nog af van de veredeling en onderzoek naar rassen die voldoende opleveren en daarnaast kleine teeltrisico’s hebben. De provincie vindt dat deze ontwikkeling vooral bij het Rijk, wetenschap en voederconcerns ligt.
Veengronden
In Zuid-Holland worden enkele tientallen hectares soja geteeld. Het betreft soja die niet genetisch gemodificeerd is. De soja is vrijwel geheel bestemd voor de menselijke consumptie.
Vooral akkerbouwers in Zuid-Holland experimenteren nu met sojateelt. ‘Vooralsnog is het voor melkveehouders in Zuid-Holland niet erg aantrekkelijk om op hun gronden soja voor menselijke consumptie te gaan telen’, schrijven GS. Dit komt volgens hen doordat de meeste melkveehouderijen in de provincie gevestigd zijn op veengronden. De soja kan daar op zich goed groeien maar het zaaien en oogsten van soja wordt door de veengrond bemoeilijkt.
Teeltplan
Volgens GS kan soja op termijn een lucratief onderdeel worden van het teeltplan. Het gebruik van kunstmest kan bijvoorbeeld beperkt worden omdat soja stikstof vastlegt in de bodem, aldus GS. Nedersoja zou ook lucratief kunnen zijn als veevoer maar het is dan wel van belang dat er ‘schaal wordt gehaald’. GS: ‘De prijs van Nedersoja voor veevoer zal echter niet snel kunnen concurreren met Amerikaanse sojaschroot. De eis om eiwit van eigen land/streek te gebruiken zou dan ook voorwaardelijk zijn voor het succes van Nedersoja als voedergewas.’