Voorarrest Gert S. beëindigd
De zes branden woedden in 2018 en 2019 op of in de buurt van het vleesveebedrijf van Gert S.. De boer wordt van minimaal drie van deze branden verdacht, namelijk die van 16 november, 1 december en 6 juni. Ook wordt Gert S. verduistering van geld en witwasserij verweten. De boer zou het geld van een investeerder niet hebben gebruikt voor het uitbreiden van de voorraad stro en hooi - wat wel de afspraak was - maar voor de betaling van rekeningen en de aanschaf van een huis.
Onvoldoende bewijs
De verdenken van verduistering en witwasserij zijn onterecht, zegt Tim Vis, advocaat van de verdachte. Ook de aantijgingen van de brandstichtingen berusten op onwaarheden, volgens de advocaat. Vis pleitte voor het beëindigen van het voorarrest omdat er onvoldoende bewijs zou zijn dat zijn cliënt, Gert S., de stichter is van deze branden.
Gert S. zou niet verhoord zijn over de brand in Cothen op 16 juli 2018 en bij de brand in Wijkersloot is een onbekende auto weggereden waar S. niet in zat. Dat laatste zegt een getuige. Ook is bij de brand in Werkhoven een laptop aangetroffen die niet van Gert S. is. Tot slot is er volgens de advocaat ook bewijs dat Gert S. geen blaam treft voor de brand in de woning van de vleesveehouder in ’t Goy. De boer was een uur voor de brand al weg van huis. De verzekeraar heeft gerapporteerd dat Gert S. deze brand in ’t Goy onmogelijk zelf aangestoken kan hebben.
Het Openbaar Ministerie is het oneens met Vis. Er zou wel degelijk genoeg bewijs zijn en spreekt daarom van een risico bij vrijlating van de vleesveehouder.
Verdediging en naasten zijn ervan overtuigd dat S. enkel slachtoffer is in deze situatie. Bij de branden kwamen het vee en een hond van de boer om. Ex-vrouw van S. in een eerder interview met Agraaf: „Bijna niemand kan zich voorstellen dat Gert de dader is. Ik zelf ook niet. Gert zou nooit zijn vee en hond ombrengen. Laat staan dat hij het leven van de kinderen en mij zou riskeren. Ik geloof echt dat Gert onschuldig is en blijf voor honderd procent achter hem staan!”
Collega
De uitspraken van een collega en kameraad van de boer, Marek O., moeten nader onderzocht worden. Deze werknemer zou – in beschonken toestand – hebben geopperd meer te weten over de branden tijdens het verblijf van Gert S. in het Hilton-hotel in Soest. Deze uitspraken zijn opgenomen en waargenomen door een aanwezige beveiliger. De vleesveehouder verbleef in dit hotel na het afbranden van zijn woning. De officier van justitie stemt in met het nader verhoren Marek O. De werknemers was bij alle branden in de buurt en is volgens Vis een potentiële verdachte.
Gert S. mag naar huis, onder de voorwaarden dat er geen contact plaatsvind tussen de verdachte en zijn voormalig zwager. Contact met de hierboven benoemde ex-vrouw mag enkel gaan over de kinderen.