Meer geiten en schapen West en Midden-Nederland
In heel Nederland steeg het aantal geiten en schapen. In totaal heeft Nederland nu 614 duizend geiten en toename van 4 procent. In Gelderland groeide het aantal geiten zelfs met ongeveer 8,6 duizend ofwel met 6 procent. De groei was in Noord-Brabant met iets meer dan 3 duizend dieren minder groot. Meer dan de helft van het aantal geiten in Nederland, 323.420 stuks, is in deze twee provincies te vinden. Ook Noord-Holland zag het aantal geiten stijgen van 17.497 naar 18.731 dieren. Zuid-Holland ging van 21.761 naar 23.707 geiten; een stijging van 1.946 stuks ofwel 8,9 procent.
Ook het aantal schapen is in de regio West en Midden-Nederland toegenomen. In Utrecht steeg de schaapskudde zelfs met 18,3 procent (7.563 schapen) naar 48.900 stuks. Noord-Holland had 128.563 schapen in 2019; dat waren 3.607 schapen meer dan in 2018; een stijging van 2,9 procent. Zuid-Holland kende echter een daling van 1499 schapen en het aantal staat nu 1,5 procent lager op 97.663 schapen.
Melkvee
Nederland telde dit jaar 3,8 miljoen runderen. Dit zijn er 116 duizend (3 procent) minder dan een jaar eerder. Het hardst daalde het aantal dieren in Zuid-Holland; van 176.384 naar 154. 311 koeien ofwel daling van 12,5 procent en 22 duizend koeien. In Noord-Holland verdwenen 5.004 koeien en graasden er in 2019 150.705 koeien; een afname van 3,3 procent. Utrecht zag het aantal koeien als enige provincie echter oplopen met 11.844 stuks en de melkveestapel is nu 199.578 groot (6,3 procent hoger).
Bijna een kwart van de in Nederland gehouden runderen is te vinden in Gelderland (919 duizend dieren). Daarna volgen Noord-Brabant en Overijssel met elk 16 procent van de runderen en Friesland met 14 procent van het totaal. Van de provincies met het grootste aandeel melkkoeien is vooral het aantal dieren in Noord-Brabant gedaald (met 5 procent, 30 duizend runderen). In Gelderland nam het aantal nauwelijks af (met 1 procent).
Intensieve veehouderij
Het aantal varkens daalde in Utrecht en Zuid-Holland beide met zo’n 14,5 duizend varkens; een daling van respectievelijk 5,4 en 11 procent. In Noord-Holland bleef de varkensstapel stabiel op 22 duizend dieren. In deze provincie steeg echter de pluimveestapel van 1,48 miljoen naar 1,62 miljoen kippen en stijging van 140.000 kippen ofwel 9,5 procent.
Utrecht en Zuid-Holland zagen daarentegen een daling. Utrecht hield in 2019 zo’n 360 duizend kippen minder (13,4 procent minder) en telt nu 2,36 miljoen dieren. Voor Zuid-Holland is het aantal met bijna 170 duizend naar 607 duizend kippen verminderd; een forse daling van bijna 22 procent.
Daling aantal bedrijven
Met de daling van de rundveestapel is het logisch te veronderstellen dat er ook minder melkveehouderijen zijn. In Zuid-Holland hebben een forse 207 melkveehouders hun staldeuren gesloten en het aantal melkveebedrijven staat nu op 1.059. Noord-Holland heeft nog 940 melkveebedrijven en dat zijn er 31 minder dan in 2018. In Utrecht steeg het aantal melkveebedrijven van 1100 naar 1190.
Wat de intensieve veehouderij betreft, valt op dat in Noord-Holland het aantal varkensbedrijven sterk toenam van 35 naar 52 varkenshouderijen, terwijl de varkensstapel niet veranderde. Wellicht dat er inmiddels veel meer kleinere (natuur inclusief) en biologische bedrijven bij zijn gekomen. Utrecht kende een daling van 3 varkensbedrijven en in Zuid-Holland bleef het aantal bedrijven met 95 gelijk.
In de pluimveehouderij is een daling te zien van 5 bedrijven naar 76 in Utrecht; en een daling van 2 bedrijven in Zuid-Holland met een huidig aantal van 17. In Noord-Holland kwamen er 3 bedrijven bij en herbergt deze provincie thans 25 bedrijven.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: CBS