Stalvloer heeft geen invloed op de uitstoot van methaan
Ogink benadrukte tijdens zijn presentatie voor vertegenwoordigers van ngo’s, sectorvertegenwoordigers, provincie Utrecht, onderzoekers en banken dat het om voorlopige resultaten gaat waarin metingen tot het afgelopen voorjaar zijn meegenomen. Medewerkers van WLR en het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) onderzoeken tot december dit jaar op 18 melkveebedrijven de uitstoot van methaan. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV, in het kader van het klimaatbeleid. Het doel is om meer kennis te vergaren over de variatie en werkelijke emissies in de praktijk en de agrarische ondernemers handvatten te geven om tot reductie te komen die in het kader van de klimaatdoelen noodzakelijk zijn.
Weinig verschil uitstoot methaan
Op de 13 bedrijven waar WLR onderzoek doet maten ze in stallen met een dichte stalvloer een uitstoot van 215 kg per dier per jaar en op melkveehouderijen met een roostvloer 211 kg per dier per jaar, een verwaarloosbaar verschil. Volgens Ogink, die onderstreept dat de resultaten lopende het onderzoek nog kunnen veranderen, is dit te verklaren omdat dichte vloeren afstorten bevatten en niet gasdicht zijn. De temperatuur van de mestopslag heeft waarschijnlijk wel veel effect op de uitstoot van methaan.
De soort vloer heeft wel invloed op de uitstoot van ammoniak. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat stallen met een dichte vloer in een ammoniakuitstoot van 8,6 kg per dier per jaar hebben en stallen met een roostervloer 13,3 kg per dier per jaar. De cijfers kunnen echter nog veranderen de komende maanden. Voeding is een belangrijke factor van de uitstoot van methaan. Ongeveer driekwart van de uitstoot van dit broeikasgas is voedingsgerelateerd en komt dus uit het dier zelf. Mest is voor ongeveer een kwart verantwoordelijk voor de uitstoot van methaan. „Ruwe celstof heeft een duidelijke correlatie met de methaanproductie, maar koeien hebben vezels nodig voor een goede penswerking. Daarom is dit lastig aan te pakken”, vertelde Ogink.
Mestvolume onder stal beperken
De temperatuur van de mest heeft veel invloed op de uitstoot van methaan. Wanneer de temperatuur van mest onder de 10 graden Celsius uitkomt, vermindert de vorming van methaan sterk. Daarom verwachten de onderzoekers dat het beperken van de mestvolume onder de stal door het in afgesloten bassins met lagere temperaturen op te slaan een bijdrage kan leveren aan het reduceren van de methaanuitstoot.
Het 70 MRIJ-koeien tellend melkveebedrijf van Johan Vernooij is een van de 18 Nederlandse melkveehouderijen verspreid over het land waar het onderzoek naar de uitstoot van methaan plaatsvindt. Sensoren en lasers meten in de stal gedurende de hele dag de concentratie van CO2 (koolstofdioxide), NH3 (ammoniak) en CH4 (methaan), zo kregen de aanwezigen te zien tijdens een rondgang door stal bij Vernooij te horen. Ook buiten de stal zijn sensoren aangebracht om de concentratie van CO2 dat binnenkomt te meten.
Uit de gemeten concentraties in de stal en de buitenlucht kan de CH4-productie in de stal berekend worden. Door deze meetgegevens te koppelen aan de bedrijfsgegevens (waaronder samenstelling veestapel, melkproductie en -samenstelling), mestsamenstelling en klimaatdata willen de onderzoekers een beeld krijgen van de productie van methaan in melkveestallen.
Meer over het onderzoek is te vinden op www.veehouderijenklimaat.nl.