Fotoserie: Eerste Bodemtop brengt uitdagingen kringlooplandbouw in kaart
Volgens Brussaard zijn de grootste uitdagingen van de transitie naar kringlooplandbouw de definitie van kringloop, de samenhang tussen ecologie en technologie, de beperkingen van de bodem, de balans tussen private en collectieve kosten en baten, het ontbreken van businesscases voor de bodem en ontbreken van relevante metingen van bodemkwaliteit. De zevende en laatste uitdaging is de systeemtransformatie die in de hele keten nodig is.
Definitie kringloop
De schaal waarop kringlooplandbouw moet worden toegepast, heeft volgens de wetenschapper een grote invloed op de haalbaarheid van het streven om in 2030 overal in Nederland de landbouwbodems duurzaam te beheren. „Hebben we het over kringlopen sluiten op het bedrijf zelf of in de regio? Of hebben we het over nationale, internationale of zelfs mondiale kringlopen? Zolang daar geen duidelijkheid over is, is het ook onduidelijk welk doel na te streven”, zegt Brussaard.
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen en Jan Jacob van Dijk, oud-landbouwgedeputeerde van de provinice Gelderland en tevens ambassadeur van de Bodemtop, hebben dezelfde vraagtekens. Zo vertellen zij tijdens de Bodemtop. Beiden zijn van mening dat de voorlopers in staat zijn om voor 2030 duurzaam bodembeheer toe te passen en de kringlopen te sluiten. In ieder geval op eigen bedrijf en eventueel in eigen regio. Van Dijk: „Maar je hebt daar ook een heel peloton achter.” Voor de middenklasse is deze transitie minder vanzelfsprekend, schetsen beide sprekers tijdens het plenaire gedeelte van het bodemevenement. Kijkend naar internationale en mondiale schaal zou de kans van slagen nog kleiner zijn.
Samenhang ecologie en technologie
Om te investeren in kringlooplandbouw, zal er zowel geïnvesteerd moeten worden in ecologie als technologie. En daar zit een spannigsveld, zegt Brussaard. Investeringen in gemengde teelt hebben volgens de professor een positieve invloed op kostenreductie door de stimulans van worteldichtheid en weerbaarheid van ziektes en schimmels. Ook zou het een stimulerende uitwerking hebben op het behouden van nutriënten in de bodem, de watertoelaatbaarheid en de kruimelgrootte met als potentieel resultaat een betere gewasopbrengst.
Echter moet er ook nog geïnvesteerd worden in innovaties, zoals drones, apps, gewasbeschermingsmiddelen en lichtere machines (tegen inklinking). Voor boeren is de scheidslijn vaag wanneer te investeren in ecologie en wanneer te investeren in technologie. Deze vaagheid is niet wenselijk omdat met name de samenhang tussen deze twee soorten investeringen belangrijk zijn voor het optimaliseren van duurzaam bodembeheer.
Beperkingen bodem
„Niet alles kan overal altijd,” zegt Brussaard. Boeren moeten de capaciteit van de hun eigen bodem in de gaten houden net als de behoeften van die bodem. De bodem zou niet te generaliseren zijn, al is het alleen maar om specifieke grondsoorten. Duurzaam bodembeheer en het sluiten van kringlopen zijn afhankelijk van de kansen en valkuilen die elk gebied heeft, omschrijft de bodemexpert.
Betere balans
Brussaard is ook van mening dat de natuur niet meer op de boer afgestemd moet worden. Een opmerking waarop een akkerbouwer in het publiek verontwaardigd reageerde. Brussaard licht toe: „We moeten de boer zien als privaat beheerder van de publieke ruimte. Dat betekent dat het wel zo eerlijk is als het publiek inspraak heeft in het beheren van het gebied en dat die inspraak ook gehoord wordt. Daar moet een boer mee kunnen omgaan. Een gevolg van dit veranderende perspectief betekent dat de boer het natuurbeheer niet meer aanpast op de bedrijfsvoering, maar deels op de wensen van de consument. Om dat te bereiken moeten we de boer zien als speler, weliswaar de belangrijkste speler, in een veld waar gebiedsontwikkeling centraal staat. En dus niet het bedrijf.”
Balans kosten en baten
De kosten-batenverdeling van bodembeheer is oneerlijk verdeeld, vervolgt Brussaard. „Het publiek betaalt niet of amper mee in gebiedsontwikkeling maar profiteert wel de investeringen van de boer in het gebied.” Denk aan waterbeheer, natuur en recreatie in het buitengebied. Volgens de wetenschapper moet er gekeken worden naar de verdeling van deze kosten en baten. Of het publiek betaalt actiever mee in de gebiedsontwikkeling, of de boeren worden beter beloond voor hun inspanningen en investeringen.
Ook moet de samenwerking tussen boeren en banken en andere bedrijven verbeteren. Brussaard illustreert. „Sinds 2001 zijn de kosten die boeren hebben bijna verdubbeld. (x 1,8). Kijkend naar de schulden van boeren is dat bijna twee en een half keer zo groot geworden (x 2.4).” Brussaard vindt deze trend geen goed teken voor de integratie van een duurzaam en steekhoudend bodembeheerssysteem. Een betere samenwerking tussen bank en boer of bedrijfsleven en boer geeft Brussaard een hoge prioriteit.
Ontbreken van business cases
Met meer economische interesse in de bodem zou het beheer van de bodem ook verbeteren, stelt Brussaard. Daarmee zou namelijk de waarde van de bodem stijgen wat vervolgens duurzaam onderhoud stimuleert.
Maar om die interesse te wekken, moet er eerst een „wetenschappelijke strategie komen om te helpen business cases te bouwen”. Deze cases moeten volgens de wetenschapper een internationale en langetermijnmonitoring van de bodem bevatten. Dit zou helpen om indicatoren van betekenis te ontwikkelen voor de zakenwereld. Op zijn beurt biedt dit handvatten die besluitvorming en investeringen in de bodem ondersteunen. Daar tegenover moeten ook de socio-economische aspecten van (waarde)degradatie gemeten worden net als de risico’s en gevolgen van niet-handelen en interventie belicht moeten worden.
Ontbreken relevante metingen
Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die de Bodemtop aftrapte, is begonnen met een nulmeting van de bodem. Met deze nulmeting kan in de toekomst worden bepaald welke acties tot welke effecten leiden. Dit is een beginpunt, stelt Brussaard. Maar dat betekent ook dat er tot dusver geen metingen zijn waar boeren, burgers, het bedrijfsleven en overheden hun actiepunten op kunnen afstemmen. Het ontbreken van deze meetlat is de op één na laatste uitdaging voor de transitie naar kringlooplandbouw en het halen van de deadline duurzaam bodembeheer op nationale schaal tegen 2030.
Systeemtransformatie
De systeemtransformatie bewaart Brussaard voor het laatst. De meest ingrijpende uitdaging en tevens een paraplubegrip voor alle voorgaande uitdagingen. Een systeemtransformatie betekent dat er perspectieven veranderd moeten worden, dat de handelsketen opnieuw vormgegeven moet worden, dat de politiek wetgeving moet aanpassen en dat boeren anders moeten leren boeren.