Klaar voor de start?!

Hoezo klaar voor de start? Welke start?

We bedoelen de start van de herfst/winter periode. De komende weken zal de opname aan weidegras steeds minder worden, en de opname van kuilgras steeds hoger worden. Daarom nu hét moment om te kijken naar de ruwvoerpositie op uw bedrijf. We merken dat er tussen bedrijven veel verschillen zitten. De voorraden uit 2016(!), 2017 en 2018 zijn op de meeste bedrijven opgevoerd in het afgelopen jaar. Daarnaast is de hoeveelheid gewonnen ruwvoer dit jaar wisselend. Bedrijven met veel gras, en bedrijven met een tegenvallende opbrengst. Dat maakt ieder bedrijf anders, en kunnen we geen algemene uitspraken doen over ruwvoerpositie.

Maak voor uw bedrijf een ruwvoerbalans. De Samenwerking heeft een programma beschikbaar waarmee eenvoudig een overzicht gemaakt kan worden. Dat begint uiteraard bij de aantallen melkkoeien en jongvee. Voor jongvee wordt een omrekenfactor gebruikt.

Op de kuilanalyses vind u de hoeveelheid droge stof per kuil. Vervolgens vult u in voor hoeveel dagen u de berekening wilt maken. Wat te doen bij een tekort?

  • De maisoogst staat voor de deur de komende weken. Heeft u een groot ruwvoertekort van meerdere kilogrammen droge stof per dag, dan is de aankoop van mais de meest effectieve optie.
  • Heeft u al mais in het rantsoen? Dan is er de mogelijkheid om gras te kopen. Kijk eens om u heen of u van een collega uit de buurt met een ruwvoeroverschot nog een snede kunt maaien of kuilgras kunt kopen.
  • Aankoop van hooi / stro / graszaadhooi. Er zijn dit jaar veel natte kuilen. Bij een klein ruwvoertekort en een natte kuil is de aankoop van deze voeders een goede optie. Een droger rantsoen voor het voerhek met tegelijk een stuk verdringing. Uiteraard moet u dit niet overdrijven, om de melkproductie op peil te houden.

Bij verdringing kijken we naar de verzadingswaarde (VW) van een voedermiddel. Graskuilen hebben een VW van rond de 1, waarbij opvalt dat natte kuilen een hogere VW hebben dan drogere. Het meeste effect op de VW heeft de verteerbaarheid/ruwe celstof. Hoe grover een product, hoe hoger de verzadingswaarde. De verzadigingswaarde van snijmais is ongeveer 0,9; krachtvoer 0,35 en de meeste bijproducten ongeveer 0,55.

Heeft u een voertekort van 1 kg droge stof dan kan dat ingevuld worden met 1 kg droge stof graskuil, 1,1 kg droge stof snijmais, 3 kg krachtvoer en 2 kg droge stof bijproducten. Vandaar het advies om bij grotere tekorten altijd te kiezen voor gras of mais. Mist u 1-3 kg droge stof? Dan kunt u variëren in de aankoop van ruwvoer, bijproducten, grondstoffen en krachtvoeders.

Bij het opstellen van een ruwvoerbalans is het ook belangrijk te kijken of u voor elke diergroep voldoende en geschikt ruwvoer heeft. Denk dus ook aan de droge koeien en het jongvee!

Deel dit artikel
LinkedIn
WhatsApp