Boer uit Benthuizen krijgt voorwaardelijke boete voor verwaarlozing vee

Controleurs van de NVWA hebben volgens de rechtbank ‘ernstige misstanden’ geconstateerd op het bedrijf. Zo werd in 2017 geconstateerd dat enkele runderen in een slechte conditie verkeerden door voedseltekort. Daarnaast hadden sommige runderen geen schone en droge ligplaatsen en waren die runderen bevuild met mest en urine. Ook had een aantal runderen lange klauwen en dikke knieën en kampten zij met diarree en hoesten.

In 2018 werd opnieuw geconstateerd dat sommige runderen geen schone en droge ligplaatsen hadden. Daarnaast konden een rund en een schaap niet beschikken over voldoende schoon water. Er werd ook een rund in slechte conditie aangetroffen. Volgens de rechtbank worden er al sinds 2012 op het bedrijf misstanden geconstateerd tijdens inspecties waar zowel bestuurs- als strafrechtelijk is opgetreden maar heeft dit niet geleid tot verbetering.

Problemen

Volgens de rechtbank is er geen sprake van onwil bij de veehouder. ‘De verdachte is oprecht begaan met zijn bedrijf en zijn dieren’, aldus de rechtbank. Zij stelt daarnaast sprake is van ‘een grote mate van onmacht’. Zo heeft de boer een ongeluk gehad op zijn bedrijf waardoor zijn gezichtsvermogen ernstig is beperkt. ‘De verdachte is daardoor niet meer in staat om zijn bedrijf op een goede manier te bestieren’, vindt de rechtbank.

De veehouder uit Benthuizen heeft ook problemen met familieleden over de verdeling van de nalatenschap van zijn ouders en er is een juridische strijd met de eigenaar van de grond die de veehouder pacht. Daarnaast zijn de bedrijfsgebouwen en het materieel verouderd. Volgens de rechtbank is hierdoor een deel van de geconstateerde misstanden ontstaan. ‘De verdachte heeft echter onvoldoende financiële middelen om de benodigde investeringen te doen’, vindt de rechtbank. Stoppen met het bedrijf is voor de boer uitgesloten.

Voorwaardelijke geldboete

De eis van de officier van justitie was een voorwaardelijk geldboete van 10.000 euro. Maar de rechtbank oordeelde dat een voorwaardelijke geldboete van 6.000 euro met een proeftijd van twee jaar passend is.