Cono in 2020 GMO-vrij: ‘Ik zie het verdienmodel niet’
Om in 2020 volledig GMO-vrij te zijn, werkt Cono Kaasmakers met de Duitse standaard Verband Lebensmittel Ohne Gentechniek (VLOG). Binnen deze standaard geldt dat koeien alleen GMO-vrij voer mogen krijgen. Bij genetische modificatie worden de genen van een dier of plant door de mens veranderd, zodat een dier of plant beter bestand is tegen bijvoorbeeld ziekten of gewasbescherming. Cono Kaasmakers wil in aanloop van 2020 elke maand/twee maanden een groep van vijftig melkveehouders laten omschakelen naar een GMO-vrije melkproductie. Hiervoor moeten de boeren een bedrijfsprofiel invullen en wordt er onder deze groep steekproefsgewijs een audit gehouden door Qlip, een erkende certificerende instelling voor VLOG.
Verdienmodel
Melkveehouders die GMO-vrije melk produceren, ontvangen van Cono Kaasmakers een compensatie van 1 cent per kilo melk. Veel te weinig, vindt Marcel van der Eijk. Hij heeft 110 stuks melkvee. „Het gaat er niet om dat ik niet mee wil doen, maar ik zie het verdienmodel niet. Familiebedrijven worden zo naar de verdoemenis geholpen. Wat verdienen we hier aan? Straks is iedereen biologisch. En dan?”
Jack Konijn, melkveehouder (130 melkkoeien) uit St. Maartensbrug (NH) staat ook kritisch tegenover de compensatie. „Die 1 cent? Daar lach ik om. Er is totaal geen verdienmodel. Ik zal vast wel wat winst maken, maar het is geen reële vergoeding voor wat er allemaal bij komt kijken en de mogelijke risico’s. Want wat gebeurt er als ik het verkeerde voer aangeleverd krijg? Wie draait dan op voor de kosten?” Dit is ook een zorg van Van der Eijk. „Ik heb tijdens de jaarvergadering aan Cono de vraag gesteld: wat als het fout gaat? Cono zegt dat de kosten voor de voerleverancier zijn, maar dat moet ik nog zien. Ik zit dan met melk die ik niet kan afzetten.”
Evert Kremer, bestuursvoorzitter van Cono Kaasmakers, laat weten dat op de jaarvergadering is gezegd dat de melk ook in dit geval door Cono Kaasmakers zal worden verwerkt.
Gedegen onderzoek
Mark Paauw, manager veehouderij-zaken bij Cono Kaasmakers, geeft aan dat de coöperatie bij verschillende veehouders uit verschillende regio’s onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen en kosten van GMO-vrij voeren en ook welke factoren tot verschil in kosten leiden. Tot dusver heeft hij geen signalen gekregen van overgeschakelde leden, waaruit zou blijken dat de compensatie van 1 cent niet uit kan. „Blijkt dit niet te kunnen, dan gaat de raad van bestuur hierover in beraad. We houden de kostprijsontwikkeling goed in de gaten.” Wim Betten, algemeen directeur bij Cono, benadrukt dat extra inkomsten uiteindelijk terugvloeien naar de boeren. „Gelukkig gaan alle verdiensten, ook als er extra wordt verdiend met GMO-vrije kaas, naar onze boeren. Wij zijn immers een coöperatie.”
Van der Eijk en Konijn missen bij de overstap op GMO-vrij voeren ook de onderbouwing. Beide melkveehouders willen weten wat GMO-vrij daadwerkelijk betekent voor dier en mens. Er moet hiernaar een gedegen onderzoek komen, vinden ze. „Nu laten we de melkprijs te veel afhangen van emotie”, stelt Konijn.
Daarnaast vragen beide melkveehouders zich af ‘waarom de verantwoordelijkheid van GMO-vrij produceren bij de boer wordt gelegd’. „De winkels liggen vol met producten waarin gemodificeerde soja is verwerkt. Onze koeien krijgen alleen het schroot, dus wij ruimen eigenlijk de troep van de samenleving op”, zegt Konijn. Van der Eijk is het hiermee eens. „Onze koeien eten het restproduct op.”
Motivatie
Konijn is tien jaar geleden zelf met vijf collega’s een pilot gestart met GMO-vrij voeren. „Ik ben hiermee begonnen om te kijken wat het deed voor de gezondheid van mijn koeien. We hebben bij Cono een presentatie gehouden over wat GMO-vrij voeren inhoudt en aan de coöperatie gevraagd om hier intern onderzoek naar te doen. Dit is echter niet van de grond gekomen. Ik ben er uiteindelijk mee gestopt vanwege de kosten en ik merkte zelf weinig effect. Daarnaast nam mijn motivatie af, omdat er toen niks met onze ideeën gedaan werd.”
Bestuursvoorzitter Kremer geeft aan dat in die tijd nog kaas werd gemaakt in de oude kaasmakerij, waar destijds geen ruimte meer was voor een nieuwe deelstroom. „Eigenlijk waren deze vijf melkveehouders hun tijd vooruit. Het is mooi om te zien dat wij nu wel zo ver zijn dankzij de nieuwe kaasmakerij en de kennis van de melkveehouders om GMO-vrij kaas te kunnen maken.”
210 leden overgestapt
210 van de 440 leden van Cono Kaasmakers zijn overgestapt op GMO-vrij voer. Alle leden in Oost-Nederland voeren al volledig GMO-vrij.
Melkveehouder Gerjan Grootemarsink uit Stegeren (OV) stapte vorig jaar november over en heeft 100 melkkoeien. „Voor ons is er niet veel veranderd. De kosten zijn het grootste punt, aangezien GMO-vrij voer duurder is, maar met de 1 cent compensatie komen wij goed uit.”
Gernand Willems uit Beerze (OV) stapte eind vorig jaar ook over. Hij heeft ruim 100 melkkoeien. „Ik stond er eerst wat sceptisch tegenover, want GMO-vrij produceren betekent wel weer meer eisen waaraan je moet voldoen. Maar het is me meegevallen. Het voer is wel wat duurder, maar we draaien geen verlies.”
Niet meegaan in de GMO-vrije melkproductie is volgens Konijn geen optie. „Ik kan wel gaan mopperen, maar ik ben afhankelijk van de retailers en die willen het. Daarnaast zou het betekenen dat ik uit de coöperatie moet stappen. Waar moet ik dan heen met mijn melk?” Opstappen is voor Van der Eijk ook geen optie. „Dan ben ik mijn investering kwijt. Ik voel mij als boer nog meer gevangen in een kooitje.”