Zeven maatregelen voor Noord-Hollandse boeren die biodiversiteit vergroten
De organisaties, waaronder LTO Noord Noord-Holland, agrarische collectieven, natuur- en milieuorganisaties en terreinbeheerders, willen de biodiversiteit in de provincie vergroten. Het plan voorziet in extra maatregelen op 15.000 hectare landbouwgrond. De organisaties willen daarbij pakweg twee derde van de agrarische bedrijven in Noord-Holland betrekken. ‘Deelname is vrijwillig, maar de doelstelling is niet vrijblijvend’, zo wordt in het plan gemeld. De zeven maatregelen die zijn ontwikkeld kunnen op bedrijfsniveau worden toegepast en kunnen ook in wisselende combinaties worden ingezet.
Maatregelen
De organisaties willen onder meer streven naar rust in het bouwplan, met meer graan (waaronder natuurgraan) en vlinderbloemigen. Daarnaast richten de maatregelen zich op de bodem: ‘bijvoorbeeld door toepassing van niet-kerende grondbewerking, natuurvriendelijke teelt van groenbemesters, gebruik van vaste mest of compost en reductie van gewasbeschermingsmiddelen’.
Insecten
Ook willen de Noord-Hollandse organisaties blijvend en kruidenrijk grasland. Ook moeten er meer insectenrijke randen voor plaagbestrijding, bufferstroken voor biodiversiteit en waterkwaliteit, kruiden- en insectenrijke randen en akkervogelranden. Daarnaast wordt er in het plan gepleit voor natuurvriendelijk sloot- en oeverbeheer.
Verdienmodel
‘De bedoeling van dit plan is onder meer om te komen tot een beperkte set van maatregelen voor biodiversiteitsherstel die tevens transparant en ‘beloonbaar’ zijn. Dat maakt het mogelijk om een verdienmodel te creëren waarbij publieke en private financiering elkaar aanvullen. Een aantrekkelijk verdienmodel is een belangrijke randvoorwaarde om biodiversiteitsherstel daadwerkelijk van de grond te krijgen en maakt het tegelijk mogelijk de nu gevraagde overheidsbijdrage in de toekomst te verminderen.’
Provincie
Om het Deltaplan Biodiversiteit uit te kunnen voeren in Noord-Holland, is volgens de vijftien organisaties steun nodig vanuit de provincie, ‘zowel als het gaat om regelgeving en beleid als om de financiering’. ‘We vragen de provincie om de komende vier jaar ons initiatief financieel te ondersteunen en (tijdelijk) garant te staan voor een belangrijk deel van het verdienmodel; de transitie naar een nieuw model is immers niet van vandaag op morgen geregeld’, zo staat in het plan. ‘Concreet vragen we een bedrag te reserveren van € 90 mln. (gemiddeld € 22,5 mln. per jaar), waarbij we de gevraagde bijdrage uiteraard jaarlijks zullen onderbouwen. Veel geld, maar het gaat dan ook om een substantiële transitie.’
Ook wordt de provincie gevraagd om andere organisaties – waaronder gemeenten en waterschappen - te enthousiasmeren voor de uitvoering. De betrokken partijen gaan het plan in de aanloop naar de verkiezingen en de collegeonderhandelingen onder de aandacht brengen bij de leden van Provinciale Staten.