Provincie Zuid-Holland: marktwerking belemmert afname voedselproducten uit eigen provincie
De provincie schreef de beantwoordingsnota naar aanleiding van zienswijzen die verschillende partijen hebben ingediend over het Omgevingsbeleid Zuid-Holland. LTO heeft ook zienswijzen ingediend.
Met het Omgevingsbeleid Zuid-Holland wil de provincie een optimale wisselwerking tussen een goede leefomgevingskwaliteit en de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen creëren. Het beleid omvat al het provinciale beleid. Volgens de provincie is het verbeteren van de omgevingskwaliteit het centrale doel van het Omgevingsbeleid. In het beleid zijn onder andere het terugdringen van de stikstofdepositie, het verduurzamen van de landbouw en de omgang met bodemdaling in veengebieden opgenomen.
Duurzaam produceren
Een van de reacties van LTO op beleid heeft betrekking op het streven van de provincie om het basisvoedsel in eigen provincie te telen. Volgens LTO gebeurt dit al maar zorgt de marktwerking ervoor dat er veel gebruik wordt gemaakt van geïmporteerde producten en dat producten uit Zuid-Holland juist weer geëxporteerd worden.
LTO stelt dat dit alleen kan veranderen als de retail niet altijd voor de laagste prijs kiest en de consument vraagt naar producten uit Zuid-Holland. De provincie stelt dat de marktwerking waarvoor geen provinciegrenzen gelden inderdaad een belangrijke rol hierbij speelt en dat er nog geen oplossing is voor de gehele landbouwsector.
Verder haalt de LTO aan dat consumenten bewust gemaakt moeten worden van dat er hogere kosten zijn bij een duurzamere productie van voedsel. Volgens LTO zijn er voor boeren die al stappen hebben genomen om te verduurzamen nauwelijks financiële voordelen meer. De provincie benoemt dat zij zoekt naar nieuwe verdienmodellen voor de agrarische sector zodat de sector ruimte krijgt voor verduurzaming, continuïteit in de opvolging en de investering in biodiversiteit.
‘Landbouwinclusieve natuur’
Volgens de LTO is het onjuist dat in het Omgevingsbeleid gesproken wordt over natuurinclusieve landbouw. Volgens de organisatie bestaat er namelijk geen natuurexclusieve landbouw. LTO vindt dat er niet alleen een bijdrage geleverd moet worden aan natuurinclusieve landbouw maar ook aan landbouwinclusieve natuur. In de beantwoordingsnota laat de provincie weten dat er gezocht wordt naar ‘een vergaande mate van integratie’. Dit moet onder andere in samenspraak met de sector gebeuren, stelt de provincie.
Het Faunabeleid dat in het Omgevingsbeleid is opgenomen is voor LTO ook een punt van discussie. LTO vindt dat er sprake is van een ‘eenzijdige verwoording’ waarbij de nadruk veel ligt op mens en dierenwelzijn. De organisatie stelt dat het faunabeheer afgestemd moet worden op de draagkracht en de (economische) activiteiten in een gebied. LTO haalt hier ‘schadebestrijding van diersoorten om onder meer schade aan landbouwgewassen te voorkomen’ als voorbeeld aan. Volgens de provincie wordt er bij faunabeheer al rekening gehouden met de draagkracht en (economische) activiteiten in een gebied. Hierbij plaatst de provincie de opmerking dat het huidige Faunabeleid gehandhaafd blijft.
Hoorzitting
Het Omgevingsbeleid lag 6 weken ter inzage. In totaal hebben 93 partijen zienswijzen ingediend. Volgens de provincie leiden de ingediende zienswijzen nu niet tot inhoudelijke beleidswijzigingen omdat het een beleidsneutrale omzetting van een bestaand beleid betreft. Dit houdt in dat het huidige beleid wordt samengevoegd zonder dat rechten en plichten veranderen, meldt de provincie op haar site.
De Provinciale Staten houden op 1 februari een hoorzitting over het Omgevingsbeleid. Op 6 februari wordt het Omgevingsbeleid inhoudelijk behandeld in Statencommissie Ruimte en Leefomgeving. Het Omgevingsbeleid wordt daarna in de Algemene Statencommissie en commissie Duurzame Ontwikkeling behandeld. Op 20 februari is de besluitvorming over het Omgevingsbeleid Zuid-Holland door de Provinciale Staten.
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Susan Rexwinkel