Kringlooplandbouw volgens Pierre Berntsen:
Aanbevelingen voor toekomstbestendige landbouw
Het belang van volhoudbare voedselproductie wordt breed gedeeld. Over de invulling en de rol van de spelers in de voedselketen bestaat wel discussie. Verduurzaming gaat vaak gepaard met extra inspanningen en extra kosten. De compensatie daarvoor kan via vier routes lopen: de eerste is die van efficiënter produceren, veelal met behulp van technologie en data; ‘meer met minder’. Dit is een route die veel ondernemers aanspreekt en veelal ook leidt tot lagere kosten. De tweede route is ‘anders werken’ waarvoor aanpassingen nodig zijn die kostenneutraal zijn als ze slim worden toegepast en rekening houden met het investeringsritme van een onderneming. De derde route is die via financiële prikkels of compensatie door de fiscus, RVO of GLB. Dit zijn vertrouwde en effectieve instrumenten. De laatste route is naar de mening van ABN AMRO de koninklijke route en loopt via een meerprijs voor duurzaam geproduceerd voedsel. De hele voedselketen compenseert de meerkosten en versnelt zo de verduurzaming van de productie. Deze laatste route is belangrijk omdat het inkomen van boeren en tuinders geen ruimte biedt voor versnelde verduurzaming. Ze kunnen het dus niet alléén.
De hele agrifoodketen staat dus voor een uitdaging: hoe kan de land- en tuinbouw toekomstbestendiger worden? Deze vraag stond op 14 november centraal in Circl, het circulaire paviljoen van ABN AMRO, waar beslissers en beïnvloeders uit de agrifoodsector aanbevelingen gaven voor toekomstbestendige ketens met een goed perspectief voor boeren en tuinders. Graag schets ik de belangrijkste resultaten.
Dierlijke ketens: meer samenwerken en vol inzetten op circulaire landbouw
De samenwerking in dierlijke ketens moet beter en minder vrijblijvend, zo was de algemene opvatting. Ketens moeten vraag gestuurd worden ingericht. Zo kunnen specifieke markten met specifieke producten worden bediend. Op deze wijze kunnen ook issues en communicatie gezamenlijk worden opgepakt. De kalverhouderij laat zien hoe het kan werken. Ketenpartners en veehouders zullen bereid moeten zijn om een deel van de individuele vrijheid op te geven voor een sterker geheel. Dat vraagt om vertrouwen in je ketenpartners. ABN AMRO verwacht dat de transparantie en het vertrouwen kunnen worden verbeterd met nieuwe technologieën. Daarom participeert ABN AMRO in onderzoek om deze ontwikkeling te versnellen.
Ook moet de sector circulariteit omarmen. De veehouderij absorbeert al grote hoeveelheden reststromen en voedsel dat niet geschikt is voor menselijke consumptie. Maar dat kan beter. Ook kan mest beter worden verwerkt en aangewend, zodat de inhoudsstoffen beter tot waarde komen. De specifieke wensen van de teler zullen hierin leidend moeten zijn. Belangrijk is dat de organische stof in Nederlandse mest een belangrijke bijdrage kan leveren aan het herstel van bodemkwaliteit in Europa.
Plantaardige ketens: maak waarde verhogende activiteiten zichtbaar
Eén van de belangrijkste discussiepunten in de sector is de regeldruk. In plaats van te beperken moeten we gaan naar een systeem van belonen. Niet alleen vanuit de overheid, maar ook vanuit de retail- en de bankensector. De innovatiekracht van ondernemers wordt dan aangeboord. Hiervoor moet wel onderscheid gemaakt worden tussen bedrijven. Wie zijn de voorlopers en welke bedrijven kunnen nog een slag maken in duurzaamheid?
Exportmarkten liggen veelal dicht om ons heen maar stellen soms wel andere eisen. In deze landen gelden andere regels en er liggen producten met andere keurmerken in de supermarkt. Differentiatie tussen de ketens die voor deze markten produceren is belangrijk en daar moet ruimte voor zijn.
Waarde verhogende activiteiten bij de productie moeten tot aan de consument zichtbaar worden gemaakt. Technologieën, zoals blockchain en LCA-methodieken die dit ondersteunen, ontwikkelen zich in rap tempo. Naast de technologie is een open houding van ketenpartners voorwaarde om tot verbeteringen te komen. Duurzaamheid wordt ook in exportmarkten steeds belangrijker. Door voorop te lopen in deze ontwikkeling kan Nederland gidsland zijn voor een duurzame landbouwpraktijk.
Bodemgebruikers: bodempaspoort maakt investeringen in bodemkwaliteit zichtbaar
Goed bodembeheer is belangrijk bij het verbeteren van de positie van boeren en tuinders. Het creëert een breder maatschappelijk draagvlak. Met behulp van een bodempaspoort kunnen boeren en tuinders de bodemkwaliteit betrouwbaar weergegeven en het onzichtbare zichtbaar maken.
Daarnaast moeten investeringen in een hogere bodemkwaliteit ook financieel interessant worden. De koninklijke route wordt bewandeld als keten en consumenten bereid zijn hiervoor te betalen. Bijvoorbeeld als de voedingswaarde aantoonbaar is toegenomen of als door een betere plantweerbaarheid minder chemische middelen gebruikt zijn.
Financiële prikkels zijn ook mogelijk door een lagere risico-opslag bij financiering, als de (oogst)risico’s worden beperkt door een beter water bufferend vermogen of lager droogterisico. Investeringen in organische stof en actief bodemleven kosten tijd en geld. Kortlopende pacht past niet in een systeem waarbij het verbeteren van de bodemkwaliteit constante aandacht behoeft.
Communicatie: zet de consument centraal
De agrarische sector als geheel ervaart een imagoprobleem en een relatief lage gunfactor. En dat terwijl de boer juist een hoge gunfactor heeft. Dat verschil kan beter benut worden. Bijvoorbeeld door de verbinding tussen boer en consument te herstellen: laat als boer of tuinder zien wat je doet. Maatschappelijke acceptatie is immers belangrijk om goed te kunnen ondernemen. En om dat te bereiken zal de consument echt centraal gesteld moeten worden.
Consumenten willen een transparante betrouwbare keten. Ze eisen eerlijkheid en ze willen duidelijke taal. Dat betekent dat de boer verantwoordelijkheid moet nemen in zijn rol als voedselproducent. Erken wat de impact op de omgeving is, zowel positief als negatief.
Duurzaamheid heeft een prijs. En dat moet naar de consument gecommuniceerd worden. Dat betekent dat boeren, tuinders en verwerkers door de hele keten moeten laten zien wat er gebeurt. Via certificaten, maar bijvoorbeeld ook door middel van digitale vastlegging door de keten heen (blockchain) en door verbeteringen zichtbaar te maken via een Life Cycle Assessment (LCA) berekening. Hiermee wordt de milieubelasting van een product berekend over de hele levenscyclus: van de delving van grondstoffen tot de afvalverwerking. Het is een heldere manier om te communiceren met de consument die op basis van dergelijke informatie begrijpt waar de prijs op gebaseerd is. Maar de boer zal zich ook moeten laten zien, onder meer door in consumententermen te denken. Ben je melkveehouder of produceer je zuivel? Teel je bieten of maak je suiker? En laat je ook als ondernemer zien: sponsor bijvoorbeeld een lokale sportclub.
Tekst: Pierre Berntsen
Beeld: ABN Amro