'Hogere CO-2 uitstoot wereldwijd als veehouderij krimpt'
Daarmee reageert voorzitter Hubert Andela van Aneveiophet advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) dat de veehouderij moet krimpen voor 2030. Zorgwekkend dat een adviescollege van de regering en ons parlement zon narrow minded advies uitbracht. Geruststellend dat drie van de vier regeringspartijen er meteen erg kritisch over waren", zegt Andela.
In het rapport wordt naar de conclusie toe geredeneerd, dat de veestapel in Nederland kleiner moet worden, omdat we anders in 2050 niet kunnen voldoen aan de eisen van het Klimaatakkoord. Alleen met een hele beperkte Nederlandse blik, kun je zo redeneren. Op een internationale markt wordt de productie die in ons land wegvalt, per direct ergens anders in de wereld weer ingevuld. Per saldo krijg je dan een negatieve effect op het klimaat, want die Nederlandse productie had nou net de kleinste milieu-impact van de wereld.
Als Nederlanders minder gaan vliegen, of als het eetpatroon hier verschuift naar producten met een relatief lagere footprint dan dragen we als land positief bij. Verder geldt goed beschouwd dat de Raad voor de Leefomgeving had moeten concluderen dat we, binnen de objectieve grenzen die daar voor horen te gelden, in ons land zoveel mogelijk veehouderijproducten moeten blijven produceren. Dat is goed voor het mondiale klimaat, de wereldvoedselvoorziening en ons nationaal inkomen.