Nepluvi: NVWA rapport misleidend en onjuist
Daarmee reageert Nepluvi-voorzitter Gertjan Oplaat op het rapport van de NVWA, waarin de autoriteit stelt dat de regels voor dierenwelzijn en voedselveiligheid onvoldoende worden nageleefd in de pluimveevleesketen.
De NVWA benadrukt in haar rapport alleen mogelijke risicos. Wanneer er problemen zijn moet de NVWA die aan de kaak stellen zodat de sector deze op kan lossen, zegt Oplaat. De Nederlandse vleespluimveesector is wereldwijd toonaangevend. De hele wereld kijkt naar de Nederlandse aanpak van salmonella, campylobacter en antibioticareductie. Die zaken komen allemaal niet terug in het rapport van de NVWA. Met het rapport probeert de NVWA de sector over de kling te jagen.
Volgens de voorzitter van Nepluvi moet de politiek nodig orde op zaken stellen bij de NVWA. Met het rapport misleidt de NVWA de minister van Landbouw en de Nederlandse burger. Eerder misleidde de NVWA dat al met de kalverfraude. Het wordt hoog tijd dat de politiek orde op zaken stelt bij de NVWA. De NVWA moet doen waarvoor ze bedoeld is; de voedselveiligheid waarborgen en indien nodig optreden.
Te streng voor pluimveeslachterijen
Oplaat wijst ook op een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van donderdag 29 maart. Het CBb schrapt maatregelen tegen een aantal pluimveeslachterijen in verschillende gemeenten. Die waren genomen nadat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij controles in de slachterijen verontreinigingen op karkassen had gevonden.
Procedures om de voedselveiligheid te vergroten zouden niet goed op orde zijn en moesten daarom worden aangepast, maar het CBb vindt genoemde verontreinigingen onvoldoende voor die conclusie.
De twaalf slachterijen gingen in beroep tegen het oordeel van de NVWA dat ze de boel niet op orde hadden en kregen dus gelijk, want het college vond de aanpak door de NVWA niet correct. De toezichthouders hadden zeer geringe bezoedelingen geconstateerd met onder andere mest en gal. De enkele constatering dat bezoedelingen op karkassen zijn aangetroffen is onvoldoende om te concluderen dat de procedures niet op orde zijn, aldus het College. Deze uitspraken zijn definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaken.