Meerderheid in Staten wil betrokkenheid van boeren bij provincieplan bodemdaling

Nadat diverse personen uit de agrarische sector hadden ingesproken tijdens de commissievergadering, bleek dat alle partijen het met hen eens waren. „Volgens mij staan we niet zo ver uit elkaar”, aldus Statenlid Michel Klein van CU-SGP over de boeren en bestuurders binnen de provincie Noord-Holland. „Maar het is een gepolariseerde discussie geworden. Dat is niet goed en mijn fractie vindt dat we dat moeten oplossen door intensief met elkaar het gesprek aan te gaan. De situatie is minder gepolariseerd dan de trekkers op de Dreef doen vermoeden.”

D66 begrijpt wel dat boeren geschrokken zijn van de richtinggevende uitspraken die gedaan zijn. „Deze notitie roept emotie op”, zegt Statenlid Job Rook tijdens de bespreking. „We moeten het overleg met elkaar aangaan. Het huidige beleid is volgens ons geen optie meer, maar we moeten boeren wel perspectief bieden. Dit is namelijk een flinke koers die wordt ervaren als een olifant in een porseleinen kast.”

Door de strot geduwd

Een meerderheid van de Statenfracties vindt dat de richtinggevende uitspraken er in hoofdlijnen goed uitziet. „Bodemdaling tegengaan, daar zijn wij als fractie voor, maar het moet mensen niet door de strot geduwd worden”, zegt Olga de Meij van 50Plus. „Boeren moeten de tijd krijgen om in de transitie mee te gaan. Dus ga eerst om tafel met de partijen om tot een goede oplossing te komen, want op dit moment is er geen draagvlak om de voorstellen vast te stellen.”

CDA niet akkoord

De enige partij die, bij monde van Statenlid Willemien Koning-Hoeve, niet akkoord gaat met de richtinggevende uitspraken over bodemdaling is CDA. „We vragen ons af waarom Gedeputeerde Staten eerst richtinggevende uitspraken doet en daarna pas met stakeholders in gesprek gaat”, aldus Koning die zelf ook melkveehouder is. „We gaan ervan uit dat er ruimte is om zaken nog aan te passen.” CDA valt onder meer over passages in het document, dat gaat over lisdodden. Volgens de CDA’er wordt er vergeten dat er nauwelijks een afzetmarkt is voor lisdodden, en dat het veenweidegebied in een moeras verandert wanneer er overal wordt overgeschakeld op natte teelten.

Weinig tijd

Alle partijen zijn in overeenstemming met het feit dat de agrarische sector meer betrokken moet worden bij de visie, maar verschillende fracties vinden dat er niet te lang gewacht moet worden met het nemen van besluiten. „We kunnen uren bakkeleien over technische vraagstukken of wachten op nieuwe onderzoeken”, aldus Lars Voskuil van PvdA. „Maar dat schiet niet op. Ons doel, de stip op de horizon, staat vast. Bodemdaling moet stoppen, maar die horizon moet wel dichtbij zijn.” SP en D66 beamen dat er snel iets moet veranderen. „ D66 is zich er bewust van dat we gezamenlijk de onderzoeken moeten uitvoeren. Maar het tempo is ook van belang.”