Bij darmgezondheid longgezondheid cadeau
Er zijn twee manieren om de darmflora positief te beïnvloeden: door de goede bacteriën zelf te verstrekken, het 'Yakult-effect', of door een voedingsbron voor deze positieve bacteriën aan het voer toe te voegen. Dat zijn vezelrijke componenten als fructo-oligosachariden, maar ook inuline. Er zijn verschillende voeradditieven op de markt zoals gefermenteerde soja en raap. De suiker in de soja of raap wordt gefermenteerd en dient als voedingsbron voor melkzuurbacteriën en melkzuur. Twee stoffen die een bewezen positief effect (pre/probiotica) op de darmen hebben.
Maar een varken kan ook zogenaamde FOS-groenten eten of in ieder geval ingrediënten die in deze groente zitten. In FOS-groenten zitten inuline en fructo-oligosachariden ofwel vezelrijke suikers (cellulose/koolhydraten). Beide stoffen hebben in ieder geval in de humane sector zichzelf al bewezen. Maar FOS-groenten zoals witlof/cichorei of prei, ui en aardpeer worden in pure vorm nauwelijks aan varkens verstrekt. Hoewel in de oudheid varkens wel degelijk cichorei en de restproducten vraten.
Ruwe celstofgehalte
Vezels zijn over het algemeen koolhydraten die afbreekbaar zijn door enzymen voordat ze via de dunne darm in de dikke darm terechtkomen. Dit in tegenstelling tot zetmeel en suikers die onverteerbaar zijn in de dunne darm. Er zijn verschillende manieren om vezelgehaltes weer te geven. De ruwe celstof is de bekendste en kennen we van de voerlabels. Daarbij geeft het gehalte aan ruwe celstof een indicatie van de hoeveelheid celwanden in het voer. Het ruwe celstofgehalte is een van de parameters waarmee de voederwaarde van grondstoffen wordt bepaald. Deze parameter is inmiddels achterhaald door een waarde als NSP (NonStarch Polysachariden oftewel niet-zetmeel koolhydraten).
Oplosbare en onoplosbare fractie
Verder kan een onderverdeling gemaakt worden in fermenteerbare koolhydraten (FK) en inerte koolhydraten (IK). De plantcelwand kan tot 90 procent uit NSP bestaan. Het gaat vooral om cellulose, hemicellulose en pectine. Cellulose heeft een beperkte fermentatiecapaciteit terwijl pectine grotendeels gefermenteerd wordt in de dikke darm. De NSP-fractie kun je ook opdelen in oplosbare en onoplosbare fractie; feitelijk is dit een soortgelijke benaming als FK en IK. Oplosbare NSP’s (FK) kunnen bij fermentatie in de dikke darm zelfs energie leveren. Onoplosbare NSP wordt uitgescheiden in mest: de eerder genoemde inerte koolhydraten (IK).
In de nieuwste editie van Pigbusiness, die op 6 september is verschenen, leest u nog meer over darmgezondheid, microbioom en vezelrijke voersoorten. Ontvangt u het vakblad Pigbusiness nog niet? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan.