Bioregio Utrecht en Noord-Holland: Op zoek naar verbinding en groei

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden door Ekoland. Drie maanden gratis Ekoland lezen in print en online? Klik hier. Blijf op de hoogte via de gratis nieuwsbrief.
Binnen Utrecht en Noord-Holland wordt onderzocht waar energie en potentie liggen om de biologische sector verder te laten groeien. Utrecht heeft al een sterke voedselambitie, waar Bart Kraaijvanger de afgelopen twee jaar een rol in heeft gespeeld. De provincie heeft een voedselagenda opgesteld met speerpunten als meer eten uit de korte keten en een groter lokaal aanbod voor consumenten. Een belangrijke mijlpaal in Utrecht is het convenant dat verschillende grote partijen hebben ondertekend. Organisaties als de Jaarbeurs, NS, het Sint Antonius Ziekenhuis, Triodos Bank en het Antropia Congrescentrum hebben zich gecommitteerd aan doelstellingen op biologisch voedsel binnen hun locaties. Daarnaast heeft de provincie een nieuwe landbouw- en voedselvisie gelanceerd, waarin wordt toegewerkt naar een groei van het biologische landbouwareaal tot 15 procent.
Noord-Holland kent een sterke concentratie van biologische bedrijven, zowel in de handel als in de verwerking. Initiatieven zoals de BioNH, de provinciale vereniging voor biologische boeren, BioDichtbij en een nieuw opgezet Fieldlab dragen bij aan de ontwikkeling van de sector. Ook gemeente Amsterdam zet grote stappen op het gebied van biologisch. Verschillende organisaties, waaronder de Universiteit van Amsterdam (UvA), de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en diverse zorginstellingen, werken aan het verhogen van hun biologische inkoop. Daarnaast is er binnen het zakelijke netwerk van de Zuidas aandacht voor de rol die biologisch kan spelen in verduurzaming.
Uitdagingen: hoe groeit de biologische markt?
Ondanks de groeiende aandacht voor biologisch, zijn er nog verschillende uitdagingen. Volgens Bart Kraaijvanger ligt de kernuitdaging niet zozeer in de praktische uitvoering, maar in de groei van de markt. „De vraag is: hoe krijgen we meer mensen zover dat ze biologisch gaan consumeren? Het draait om de juiste vertaalslag: waarom kiezen consumenten voor biologisch? Hoe maak je de meerwaarde van biologisch zichtbaar en aantrekkelijk?"
Volgens Marian Blom ligt hier een belangrijke rol voor gemeenten en cateraars. „Bionext publiceert regelmatig papers over de voordelen van biologisch, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid. Babyvoeding krijgt nu veel aandacht, omdat steeds meer ouders beseffen dat voeding invloed heeft op de leefomgeving. Zo’n boodschap helpt om consumenten bewuster te maken.”
Een andere uitdaging is de beschikbaarheid en zichtbaarheid van biologische producten. Blom wijst op de stad Leipzig, waar een app bestaat die consumenten laat zien welke biologische producten lokaal beschikbaar zijn. „We hoeven niet telkens zelf het wiel uit te vinden. Er zijn al veel inspirerende voorbeelden waar we van kunnen leren.”
Voor een stad als Amsterdam ligt er een enorme kans. Voedsel is de op één na grootste productstroom die de stad binnenkomt. Als de horeca en foodservice biologische producten beter integreren, kan dit een grote impact hebben op verduurzaming. Kraaijvanger: „Amsterdam is een stad die zich duidelijk committeert aan duurzaamheid. Als we daar een stap kunnen zetten, kan dat direct op grote schaal effect hebben. De vraag is: hoe brengen we de juiste partijen samen? Hoe zorgen we ervoor dat initiatieven elkaar vinden? En hoe verbinden we steden met verschillende beleidsdoelen?”
De eerste stappen: waar ligt de focus?
In Noord-Holland is al een sterke basis gelegd, waardoor de kwartiermakers minder tijd kwijt zijn aan verkennende gesprekken. „Hier zijn al veel initiatieven van de grond gekomen. Het gaat nu vooral om verdere ondersteuning en het versterken van bestaande structuren,” zegt Blom. In Utrecht bevinden de kwartiermakers zich nog iets meer in de verkennende fase.
Daarnaast richt de bioregio zich op het verbeteren van de lokale sourcing in Utrecht. „Utrecht heeft een gevarieerd agrarisch landschap, met veenweidegebieden voor melkvee, fruitteelt en veel tuinderijen,” zegt Blom. „Hoewel het biologische areaal hier al boven het landelijk gemiddelde ligt, kan de verbinding met de markt nog beter.” Kraaijvanger vult aan: „Het samenbrengen van bioboeren en in kaart brengen wat zij nodig hebben om hun aanbod te vergroten, is een van onze belangrijkste taken.”
Passie voor biologisch
De beide kwartiermakers hebben een sterke persoonlijke betrokkenheid bij biologisch. Blom werkt bij Bionext en heeft veel ervaring met wetgeving en internationale ontwikkelingen. Ze ziet in andere Europese landen hoe er flink wordt geïnvesteerd in lokale ketens en vindt het inspirerend om te zien dat Nederland nu ook die richting op gaat. Kraaijvanger heeft een achtergrond in bedrijfskunde en begon zijn carrière in de supermarktwereld. Later verschoof zijn focus naar de biologische keten, met ervaring bij Udea, ZLTO en een biologische bakkerij. „Ik ben gegrepen door het idee van weten waar je eten vandaan komt,” vertelt hij. „Ik heb een grote verduurzamingsambitie en geloof dat biologisch een krachtig en betrouwbaar keurmerk is.”
Dit komende jaar zal de bioregio Utrecht en Noord-Holland zich verder ontwikkelen. Door samenwerking te stimuleren, beleidsmatige ondersteuning te bieden en consumentenbewustzijn te vergroten, hopen de kwartiermakers biologisch een steviger fundament te geven.
Tekst: Lotte Opdam
Beeld: Wim Hollemans