Column: RIVM maakt grote draai in stikstofdepositie

Het RIVM kwam deze week met een ontluisterend onderzoek naar buiten. Ontluisterend voor de eigen organisatie wel te verstaan. Het onderzoeksinstituut meet overal in Nederland de luchtconcentratie van ammoniak en op sommige plekken ook de stikstofdepositie. Dat wordt allemaal in het Aerius-model gestopt en dan rekent het model uit hoe hoog de stikstofdepositie is voor iedere locatie in Nederland. Het RIVM constateerde in 2014 dat de ammoniakconcentratie in de lucht in de kustgebieden fors hoger was, dan Aerius berekende. Citaat: ‘Het is bekend dat er langs de kust een verschil van ongeveer 50 procent is tussen de gemeten en berekende concentraties van ammoniak. De berekeningen worden daarom gecorrigeerd, zodat ze beter aansluiten bij de metingen.’
Ammoniak uit zee
Vorig jaar presenteerde het RIVM die correctiefactoren voor het eerst en daaruit bleek dat het RIVM de concentratie van ammoniak in de kustgebieden met meer dan een factor twee corrigeerde. Om deze correctie te kunnen verantwoorden, voegde het RIVM een ammoniakbron toe. Volgens het RIVM zou de zee ook een grote emissiebron moeten zijn, anders kon het instituut de hoge ammoniakconcentratie niet verklaren. Diverse deskundigen en met name marine-ecoloog Han Lindeboom toonden op basis van wetenschappelijk onderzoek aan, dat dat niet kon. In plaats van die kritiek ter harte te nemen, volharde het RIVM in haar standpunt dat er ammoniak uit zee moest komen.
Geen ammoniak uit zee
Maar deze week presenteerde het RIVM het onderzoek ‘Eindrapport Ammoniak van zee, samenvatting van het onderzoek naar de onderschatting van de ammoniakconcentraties langs de kust’. De inhoud van het rapport is erg duidelijk. De belangrijkste conclusie is dat de zelf opgevoerde bron van ammoniak uit zee niet bestaat. Uit recent onderzoek van andere onderzoekers blijkt de emissie van ammoniak uit zee 90 keer lager te zijn, dan waar het RIVM nu mee rekent. Verder blijkt een weerstation in Zeeland bij Vlissingen niet representatief te zijn voor heel Zeeland en zorgt een filter in meetbuisjes ook voor een afwijking van 7 procent. Het zijn allemaal nieuwe inzichten om te verklaren waarom er verschillen zijn tussen de berekende en gemeten luchtconcentratie van ammoniak. Zelfs naar wilde dieren zoals vogels en muizen is gekeken, maar dat blijkt marginaal te zijn.
Terug bij af
Je kunt dus stellen dat het RIVM weer terug is bij af en geen verklaring heeft voor hun eigen grote correctiefactor, waar ze sinds 2014 mee rekenen binnen Aerius. Maar die verklaring hebben ze zeer waarschijnlijk zelf al sinds 2015 in huis. Ik formuleer het wat voorzichtig, omdat het RIVM het zelf niet als een verklaring ziet. Uit eigen onderzoek van het RIVM bleek toen dat de droge stikstofdepositie in de duinen bij Den Haag een factor zes lager lag dan Aerius uitrekent. Ik vroeg het RIVM daar vorig jaar naar en toen zaten ze nog in de ontkenningsfase. Volgens het RIVM kon hun eigen stikstofdepositiemeting in de duinen niet kloppen. Ze zijn inmiddels een vervolgonderzoek gestart om te verklaren waarom hun eigen metingen zo weinig stikstofdepositie opleverde. Het RIVM ging er toen nog vanuit dat de stikstofdepositie toch veel hoger moest zijn.
Stikstofdepositie lager
Want, en dat is waarschijnlijk de meest logische verklaring, als er minder stikstof op de grond terecht komt, blijft er meer in de lucht. Het is dus logisch dat de ammoniakconcentratie in de lucht hoger is dan Aerius uitrekent, omdat Aerius uitgaat van een te hoge stikstofdepositie. De vraag is natuurlijk wat dit nieuwe inzicht doet met de stikstofdepositie in de kustgebieden. Er staat een kaart in het rapport waaruit blijkt dat de droge stikstofdepositie na modelaanpassingen tot 400 mol kan dalen in de kustgebieden. Let wel, de totale achtergronddepositie varieert in de duinen van 800 tot 1200 mol. De kaart laat zelfs zien dat in het grootste deel van Nederland de droge depositie naar beneden gaat. Alleen in Gelderland en Overijssel niet. Dat correspondeert zover ik het kan vergelijken bijna 1 op 1 met de correctiefactoren die het RIVM hanteert voor heel Nederland. Het RIVM was helaas niet bereikbaar voor commentaar, maar je zou zeggen dat het RIVM de correctiefactoren uit het model moet halen.
Tien jaar fout
Dat staat niet als conclusie in het rapport, maar dat de nieuwe inzichten doorgevoerd gaan worden en tot modelaanpassingen gaan leiden wel. Het roept bij mij vooral de vraag op, waarom het RIVM sinds 2015 niet zelf is gaan nadenken over aanpassingen van het model. Nu zijn we tien jaar verder en zijn er onnodige kosten gemaakt door boeren en anderen, om aan een vergunning te komen. Of sterker nog, werden vergunningen niet afgegeven of aangevochten doordat het RIVM de laatste stand van de wetenschap niet doorvoerde in Aerius. Dat wordt altijd wel heel hard geroepen ter verdediging van het model.