Noord-Holland zet met nieuw faunabeheerplan fors in op ganzenbeheer

Noord-Holland wil dit doen met de drie meest effectieve wettelijke methoden. Dit zijn koppel- en broedparenafschot in het voorjaar, ruivangsten en aanvullend voorjaars- en zomerafschot. Om de schade naar beneden te brengen, zou het afschot de komende twee á drie jaar met 75 tot 100 procent verhoogd moeten worden.
Het idee is dat er dan op de langere termijn jaarlijks veel minder ganzen gedood hoeven te worden omdat er dan minder nieuwe aanwas is. Het beperken van het aantal grauwe ganzen stopt sowieso als de ondergrens voor de gunstige Staat van Instandhouding is bereikt.
Nestbehandeling wordt niet ingezet voor populatiereductie. Deze maatregel kan alleen in hele specifieke omstandigheden lokaal worden ingezet om schade en overlast te beperken.
Zones rond Schiphol
Verder blijft de 10-kilometerzone rond Schiphol gehandhaafd. Hierbinnen wordt gestreefd naar een minimaal aantal ganzen. Afschot in deze zone is het hele jaar mogelijk.
De 10-20-kilometerzone wordt vervangen door een veel groter gebied waar sterk wordt ingezet op beheer van de grauwe gans. Noord-Holland noemt dit de '10-km+ zone'. Deze omvat de gehele provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. In de zone gold het gehele jaar populatiereductie van de grauwe gans. Dit is gewijzigd naar populatiereductie in de periode van februari tot en met september.
Beheer brandgans
Populatiebeheer van de brandgans en Canadese gans is vooralsnog niet aan de orde, omdat de gunstige Staat van Instandhouding dan in gevaar komt. Dit kan wel veranderen als de aantallen weer toenemen.
Verjaging in de buurt van kwetsbare gewassen is het hele jaar mogelijk voor brandganzen, grauwe ganzen, kolganzen en Canadese ganzen.
Schade flink gestegen
De schade door de ganzenpopulatie in Noord-Holland is de afgelopen 20 jaar explosief gestegen. Hoewel het van nature trekvogels zijn, blijven steeds meer ganzen het hele jaar door in Noord-Holland. Momenteel leven er zo’n 150.000 standganzen in de provincie. Dit aantal verdubbelt in de winter met de komst van trekganzen uit andere landen.
Noord-Holland wil veel minde ganzen, legt gedeputeerde Jelle Beemsterboer uit: „Het ganzenbeheer van de afgelopen jaren heeft de sterke groei van de ganzenpopulaties in Noord-Holland beperkt. Dat is goed nieuws, maar de populatie ganzen daalt nog niet. We doden nu zo’n 55.000 ganzen per jaar, waarmee de populatie stabiel, maar veel te hoog blijft. We willen toe naar een situatie waarbij we jaarlijks veel minder ganzen hoeven te doden en de populatie ganzen op een laag niveau beheren."
Dode ganzen naar poelier
In het plan staat ook de ambitie om ervoor te zorgen dat gedode ganzen ook gegeten worden. Gedeputeerde Beemsterboer daarover: „Dat we deze dieren moeten doden is al erg genoeg, maar als we ze vervolgens niet opeten dan is dat pure voedselverspilling."
Daarom zorgt het plan dat de ganzen door jagers makkelijker afgeleverd kunnen worden bij poeliers door verspreid over de provincie koelingen aan te bieden. Zo kunnen zij vaker worden gebruikt voor consumptie en wordt voedselverspilling voorkomen.
Samenwerking tussen provincies
Het faunabeheerplan kan best bijzonder genoemd worden, want voor het eerst is voor de onderbouwing over de provinciegrenzen heen gekeken. Zo zijn gegevens uit Flevoland, Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland gebruikt. 'Nooit eerder werden zoveel feiten, data, praktijkervaringen en resultaten van wetenschappelijke onderzoeken over ganzen en ganzenbeheer bij elkaar gebracht', zo staat in de samenvatting van het faunabeheerplan. Hier is door de FBE's in samenwerking met wetenschappers en deskundigen uit de praktijk meer dan een jaar aan gewerkt.
Lees hier alle documenten die horen bij het nieuwe faunabeheerplan

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Noord-Holland