Biohuis-bestuurslid over MKZ in Duitsland: ‘Neem voorzorgsmaatregelen, strategie wijkt niet af van gangbaar’
De penningmeester van de belangenorganisatie voor biologische boeren benadrukt dat Biohuis bij alle belangrijke overleggen over MKZ (mond-en-klauwzeer) is betrokken. „We krijgen de informatie uit eerste hand, en zijn volledig aangesloten bij alles wat er nu gebeurt. Daar zijn we blij mee. De kans op een MKZ-uitbraak in Nederland is niet groot, maar er is natuurlijk wel een kans.”
Scherper
Neimeijer wil vanwege de geringe kans geen ‘paniek zaaien’. De voorzorgsmaatregelen zijn wel belangrijk. „Biologisch of niet, een MKZ-uitbraak heeft een enorme impact. Daarom volgen wij als biosector de algemene lijn, en is er geen aparte strategie. Iedereen moet deze periode net even iets scherper zijn dan anders op de hygiëne. Een voordeel in vergelijking met de laatste uitbraak (2001, red.). is dat we nu een betere infrastructuur hebben om toch zaken geregeld te krijgen. Bijna iedereen weet wel hoe een digitaal overleg mogelijk is, bijvoorbeeld via Teams.”
De biologische varkenshouder uit Raalte (OV) zat tijdens de laatste MKZ-uitbraak nog op de middelbare school. Het toen nog gangbare varkensbedrijf van zijn ouders ging volledig op slot. „De hele maatschappij hier in Salland stond volledig op zijn kop. Een bedrijf in de buurt werd geruimd. Dit roept dus wel weer bepaalde gevoelens op. Ojee, wat als? Dat is de stemming die er op dit moment heerst. Daarom is het wel van belang om de rust te bewaren, naast het treffen van voorzorgsmaatregelen.”
Vaccinatie
Vaccineren van vee blijft voor Neimeijer persoonlijk een lastige afweging, binnen het bestuur van Biohuis is er niet nadrukkelijk over gesproken. „Hoe lastig ook, er is ook een economisch aspect. We moeten denken aan onze afzet via export. Dat kan lastiger zijn bij het vaccineren van vee tegen MKZ.”
Over de land- en tuinbouwbeurs Grüne Woche in Berlijn (niet ver van het besmette bedrijf) is Neimeijer duidelijk: „Met een veebedrijf thuis zou ik daar op dit moment niet naartoe gaan. Ik had zelf al geen plannen, ook andere bestuursleden van Biohuis niet. Van de organisatie gaan er wel mensen, wat ons betreft kunnen de plantaardige sectoren daar gewoon gaan netwerken. Ze moeten wel beseffen dat waarschijnlijk niet iedereen aanwezig is, dus dan is de afweging of het wel zin heeft om te gaan. Het is tenslotte vooral een netwerkevenement. Ook moeten de bezoekers zich maar even niet vertonen op veehouderijen, het liefste minimaal 24 uur.”