Stichting Stikstofclaim wil rechtszaak tegen de overheid beginnen; zoekt PAS-melders
Op 28 februari vervalt de termijn waarbinnen de overheid zou zorgen dat PAS-melders een vergunning zouden krijgen. Tot die datum hoeven provincies niet te handhaven, daarna kan dit wel gebeuren. Minister Wiersma heeft gezegd dat het haar niet gaat lukken om de PAS-melders te legaliseren voor één maart, en wil nu drie jaar de tijd krijgen om met een nieuwe, gerichte, aanpak binnen die tijd alsnog te zorgen dat PAS-melders een vergunning krijgen, of op een andere manier worden geholpen. Het is echter niet de verwachting dat de minister die tijd ook krijgt. De MOB gelooft dat bijvoorbeeld niet, en heeft al aangekondigd om per één maart een ‘tsunami aan handhavingsverzoeken’ te gaan versturen.
Daarom wil de Stichting Stikstofclaim een aantal processen starten tegen de overheid - om precies te zijn tegen de provincies, die verantwoordelijk zijn voor de vergunningsuitgifte. Zij ondersteunt een aantal PAS-melders met een procedure om de provincie in gebreke te stellen. Met de uitkomsten van die ingebrekestelling wil ze dan voor de rechter alsnog afdwingen dat de provincie de PAS-melders een vergunning moeten verlenen.
Dat betekent nog niet dat de provincies daadwerkelijk een vergunning afgeven - als ze dat hadden kunnen doen, dan was dat vast al gebeurd - maar volgens Jan Cees Vogelaar, bestuurslid van de Stichting Stikstofclaim, betekent dat dat de provincie ook niet bij PAS-melders kan handhaven. Ze kan moeilijk handhaven vanwege het ontbreken van een vergunning, als de rechter diezelfde provincie heeft verplicht om een vergunning te verlenen.
Stichting zoekt boer
Stichting Stikstofclaim heeft in een brief aan de bij de stichting aangesloten boeren hen opgeroepen om mee te doen. Naast die brief zal ze begin januari een aantal informatiebijeenkomsten organiseren. De stichting zoekt per provincie vijf boeren die hun provincie in gebreke willen stellen, en dan de rest van de procedure willen doorlopen, en ze zal deze boeren juridisch begeleiden. Met de jurisprudentie die uit die zaken voortkomt wil ze verdere handhaving door de provincie voorkomen.
Het gaat tijd kosten. Vanwege de doorlooptijden bij overheden en bij de rechtbank verwacht de stichting dat ze de eerste rechtszaken pas eind maart, begin april, kan voeren. Dat is na de datum waarop de termijn waarin provincies niet hoeven te handhaven, is verstreken. Echter, in de praktijk zit er ook een tijd tussen het indienen van een verzoek tot handhaving en het moment waarop een provincie daadwerkelijk gaat handhaven, legt Vogelaar uit. Hij verwacht dat de rechter een oordeel zal hebben uitgesproken voordat dat gebeurt.