Opinie: Hoop is een slechte raadgever
En terwijl een fanatieke minister van BBB-huize en de ‘nieuwe’ politieke wind in Europa ons aanmoedigen om te hopen dat het beter wordt, blijft de werkelijkheid hardnekkig hetzelfde. Daardoor wordt pijnlijk duidelijk: in deze realiteit lijkt hoop vooral een slechte raadgever.
Neem het thema grondgebondenheid. Toen ik in 2014 nog nietsvermoedend in de schoolbanken zat, spraken landbouwprominenten hier al over. In 2018 schreef de melkveesector zelf het rapport Grondgebonden Melkveehouderij, met het niet-landbouwakkoord lagen diverse opties op tafel en nu vraagt de Tweede Kamer minister Wiersma om in het eerste half jaar van 2025 met een invulling van grondgebondenheid te komen.
Afspraken over grondgebondenheid
Voor Nederlands’ doen best op tijd, want sinds 2022 is met de Europese Commissie afgesproken dat er binnen 10 jaar (dus in 2032) een vorm van grondgebondenheid is geïmplementeerd. Grondgebondenheid is natuurlijk geen doel op zich, maar het is een stevig instrument om (milieu)doelen mee te bereiken. De nodige discussies worden er continu over gevoerd, maar wat hopen we eigenlijk? Hopen we dat het tot 2032 van tafel blijft om daarna te worden geconfronteerd met een rigoureuze implementatie? Zonder flankerend beleid, cold turkey, zoals bij de derogatie?
Want, het afbouwpad van derogatie is ridicuul en ontwrichtend. Nu bakkeleien we over wie mogelijke slachtpremies moet ophoesten zodat er minder stront is om de markt te overspoelen. Ondertussen gaan we alweer het volgende jaar in met minder mestplaatsingsruimte. Veel boeren hopen op een nieuwe derogatie, en inhoudelijk zijn daar in veel gevallen sterke argumenten voor, maar in de (Europese) politiek ligt het anders. Hoe wenselijk is het om wederom een sterke afhankelijkheid te creëren van ambtenaren en de waterkwaliteitsrapportages?
Zelf het heft in handen nemen
In plaats van te hopen op een betere toekomst, moeten we actief sturen. Niet door te blijven hangen in theoretische discussies, maar door te werken aan een praktische invulling. Wat draagt bij aan de doelen én de realiteit van onze bedrijven.
Door tijdig te handelen voorkomen we dat zoiets als grondgebondenheid een voortdurende bron van onzekerheid blijft en kunnen we zorgen dat het een effectief instrument wordt. Dit kan alleen als er tegelijkertijd flankerend beleid komt dat de implementatie ondersteunt.
Beloond worden
Hoewel hoop een slechte raadgever is, biedt het wel de moed om vooruit te kijken. Ik hoop dat wij als boeren uiteindelijk eerlijk worden beloond voor onze inzet op duurzaamheid en zorg voor de omgeving en het landschap. Want per uur zijn we nog altijd veel voordeliger dan andere beheerders. Dit dossier is in beweging, waarbij de markt een sleutelrol speelt. Duurzaamheidsprogramma’s in de zuivel zorgen er bijvoorbeeld voor dat bepaalde elementen daadwerkelijk worden omgezet in waarde binnen de keten zoals klimaat.
Het kabinet heeft bovendien structureel 500 miljoen toegezegd voor agrarisch natuurbeheer. Echter, dat geld is pas in 2026 beschikbaar, en wie weet of dit kabinet dan nog aan zet is om die beloftes waar te maken. In mijn vriendenkring zie ik mensen die zichzelf duurzaam en bewust profileren (en zeker ook zo stemmen) en ondertussen nog steeds de goedkoopste producten in hun winkelmand leggen. Er is nog veel winst te behalen.
Hoop vasthouden
Doorgaans heb ik een meer optimistische toon. Het eerste Prikkebord-artikel over mij typeerde me als een naïeve jonkie, iets wat ik maar als een compliment beschouw. Want, voor jonge boeren, die met frisse ideeën en veel energie de landbouw willen voortzetten, is hoop onmisbaar. Maar het wordt steeds moeilijker om die hoop vast te houden. De politiek is tergend traag, belangenbehartigers bestrijden elkaar openlijk via vlogs en de (negatieve) gevolgen van beleid worden pas aangepakt als de schade allang is aangericht.
Jongeren in de agrarische sector raken steeds meer afgestompt door de eindeloze onzekerheid en het theoretische geleuter in de politieke arena. Actieve inbreng vanuit de sector moet serieus worden opgepakt door bestuurders en politici. Afgelopen jaren zijn er voldoende realistische plannen voorbijgekomen, maar keer op keer zien we hoe beloften van verandering niet uitmonden in concrete en haalbare oplossingen.
In actie komen
Hoop is krachtig, maar kan ook een last zijn. De agrarische sector heeft al jarenlang met onzekerheid te maken. Of het nu gaat om grondgebondenheid, duurzaamheidseisen, een financiering of een vergunning, boeren blijven hopen op het beste, maar de teleurstellingen stapelen zich op.
Misschien is het tijd om hoop niet langer als enige houvast te zien, maar vooral om in actie te komen. Daarom roep ik bewindspersonen, politici, ambtenaren, belangenbehartigers, burgers en boeren in Nederland op om de daad bij het woord te voegen en samen écht het verschil te maken.
Amber Laan runt samen met haar familie een melkveebedrijf in Polder Zeevang (NH). Daarnaast is ze voorzitter bij het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt en adviseur duurzame landbouw bij Schuttelaar & Partners. Amber Laan is te volgen op Twitter: @Amberlaan7.
Tekst: Amber Laan
Beeld: Susan Rexwinkel