Provinciale Staten Noord-Holland nemen deze moties aan over gewasbescherming

In de moties staat dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen – inclusief inmiddels verboden stoffen – nog altijd een grote invloed heeft op de Noord-Hollandse natuur en het oppervlaktewater. Dit wordt onderbouwd met recente data uit de Bestrijdingsmiddelenatlas van de Universiteit Leiden en een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland over het gebruik van gewasbescherming in de lelieteelt.

Effecten van gewasbeschermingsmiddelen

In een motie van GroenLinks, PvdA en Volt wordt de provincie Noord-Holland gevraagd om meer regie te nemen op de impact van gewasbeschermings- en gewasbestrijdingsmiddelen op natuur en leefomgeving. De partijen benoemen de noodzaak van samenwerking tussen betrokken partijen en pleiten voor overleg om ‘good practices’ te delen, zoals de pilot met regiocertificering in de Duin- en Bollenstreek. In de motie wordt specifiek verwezen naar het rapport van de Universiteit Leiden voor de Bestrijdingsmiddelenatlas en recente gerechtelijke uitspraken, die wijzen op mogelijke normoverschrijdingen van historische en verboden middelen, zoals dinoterb, in het oppervlaktewater. De provincie wordt ook opgeroepen om onderzoek te doen naar maatregelen om deze historische vervuiling terug te dringen en de negatieve gevolgen van mengsels van bestrijdingsmiddelen te beperken.

Verworpen motie

In de Provinciale Staten van Noord-Holland werd ook een motie ingediend door de Partij voor de Dieren, D66 en ChristenUnie, die opriep tot onderzoek naar de gecombineerde effecten van gewasbeschermingsmiddelen, ook wel bekend als het ‘cocktail-effect’. De indieners wezen op bronnen, zoals deze Zembla-reportage en dit stuk van Aardige Buren, die de mogelijke gezondheidsrisico’s van deze combinaties onder de aandacht brengen. De motie stelde dat huidige toetsingsprocedures van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) niet inspelen op mengsels van verschillende bestrijdingsmiddelen, terwijl deze in de praktijk vaak voorkomen. De motie werd uiteindelijk verworpen.

Weidevogels

In een aangenomen motie van GroenLinks, PvdA en SP wordt de provincie Noord-Holland opgeroepen om de mogelijkheden te onderzoeken om onbenutte rijksgelden uit het Actieplan Grutto in te zetten voor weidevogelbeheer. De motie benadrukt de noodzaak van extra maatregelen en financiering om de achteruitgang van de weidevogelpopulaties tegen te gaan, in lijn met de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De partijen wijzen op de voortdurende achteruitgang van leefgebied en de lage uitvoering van eerdere moties over weidevogels. Verder wordt de provincie gevraagd te anticiperen op eventuele extra financiering vanuit het Rijk, omdat de Europese Commissie Nederland al heeft aangesproken op de noodzaak van betere bescherming voor weidevogels.

PPLG

In een andere aangenomen motie van Volt, GroenLinks, D66 en PvdA vraagt de provincie om versneld de middelen vanuit het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) in te zetten voor natuurherstel rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Deze reserves moeten bijdragen aan biodiversiteitsherstel en reductie van stikstofemissies in kwetsbare gebieden.

Het CDA wijst in een persbericht op het belang van agrarische natuurbeheersubsidies binnen de Natuurnetwerk Nederland (NNN)-gebieden na 2027. Statenlid Willemien Koning van het CDA uit haar bezorgdheid dat de afronding van NNN in 2027 onhaalbaar is en dat agrariërs een cruciale rol spelen in het beheer van deze gebieden. Het CDA stelt voor om deze subsidies ook na 2027 te behouden, zodat agrariërs niet genoodzaakt zijn om over te schakelen naar gangbaar beheer in deze gebieden.