‘Lbv-regelingen leveren landelijk tien procent stikstofreductie op’
De beoogde gemiddelde overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) in de Nederlandse Natura-2000 gebieden in 2030 bedroeg in eerste instantie zo'n 385 mol per hectare per jaar (mol/ha/jaar). Met het beoogde effect van de Lbv, Lbv-plus en het wegvallen van de derogatie blijft daar 340 mol/ha/jaar van over, zo blijkt uit een recent RIVM-rapport. Dit komt er procentueel neer dat het areaal dat onder de KDW ligt, in 2030 zo'n 31 procent zal zijn. Daarmee wordt bij lange na niet voldaan aan de wettelijke doelstelling dat in 2030 zo'n 50 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW ligt.
Onzekerheden in ambtelijk advies
Hoeveel reductie er exact de komende jaren zal plaatsvinden, is nog niet te zeggen en afhankelijk van verschillende factoren. Het ambtelijk advies kent dan ook de nodige onzekerheden. Zo wordt deze reductie van 34 mol per jaar alleen gerealiseerd als alle boeren die zich aan hebben gemeld voor één van de regelingen, meedoen. De verwachting is dat niet honderd procent van de ondernemers gaat deelnemen. De minister gaat ervan uit dat 65 procent van de boeren die een beschikking hebben in het kader van de Lbv of Lbv-plus, daadwerkelijk stoppen. Hoe groot de animo definitief is, wordt pas aan het einde van het jaar duidelijk. Deelname aan de Lbv-plus is nog mogelijk tot en met 20 december 2024. 'Dit kan een positief effect hebben op de potentiële reductie', schrijft Wiersma.
De animo is in elk geval groot, want het budget voor zowel de Lbv als Lbv-plus is overtekend. Voor de Lbv was 500 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is opgehoogd tot 612 miljoen. De Lbv-plus kende een pot van 975 miljoen. Hier is 850 miljoen aan toegevoegd.
Een ander punt waar rekening mee moet worden gehouden, is dat de animo voor de regelingen ook verschilt per regio. Zo zijn er in het zuiden en oosten relatief veel deelnemers aan de Lbv en Lbv-pus. Dit betekent dat de reductie in deze regio’s ook hoger kan zijn dan in andere delen van Nederland, laat een woordvoerder van minister Wiersma weten.
Effect op grote natuurgebieden
Om te illustreren hoe de potentiële depositiereductie op individuele natuurgebieden kan zijn, licht de minister drie grote natuurgebieden uit. Zo kan op de Veluwe met honderd procent deelname aan de Lbv-plus een reductie van 41 mol per hectare per jaar worden gerealiseerd. Voor de Grote Peel is dat zelfs 114 (97 met Lbv-plus, 17 met Lbv) mol per hectare per jaar en voor Maasduinen is dat 83 mol (68 voor Lbv-plus, 15 voor Lbv) per hectare per jaar.
Wiersma is positief over de verwachte stikstofopbrengst: ‘Hoewel ik blij ben met de potentiële stikstofopbrengst staat tegelijkertijd vast dat de totale stikstofopgave aanzienlijk groter is. In de komende periode zal zich een duidelijker beeld gaan aftekenen over de daadwerkelijke reductie die wordt gerealiseerd. Vanaf dat moment zal ook duidelijk gaan worden of vrijkomende ruimte voor andere doelen dan natuur kan worden benut. Daar waar dit het geval is, heeft het legaliseren van PAS-melders prioriteit en kunnen vervolgens andere urgente en maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.’