Column: Vruchtbare bodem moet goed worden gevoed
De herfst heeft zijn intrede gedaan. Stiekem hoop ik nog op mooie, zonnige dagen. De koeien hebben de weide-uren ruim gehaald met 1.648 uur. De staldeur staat nog steeds open: de koeien gaan wel naar buiten, maar staan liever binnen. Dus ze lopen heen en weer. Wijzelf vinden het een mooie oplossing dat er vrij koeverkeer is. Koeien blij, boer ook blij. De mest ligt op het land en de kelder is leeg. Wij waren erg blij dat de maatregel voor verlenging van de uitrijperiode van mest tijdig met de sector was gedeeld. Dan kun je er tenminste naartoe werken. We hebben immers een lang groeiseizoen in Nederland, dus wat extra voeding voor de laatste snede of najaarsteelt kan geen kwaad.
Lang groeiseizoen door mild klimaat
Tijdens een besloten vergadering in de Provinciale Staten ben ik met een collega-Statenlid van een andere partij in gesprek tijdens de pauze. We hebben het over de derogatie en mest op het land. Hij was van mening dat er te veel mest zou zijn. Met een open houding ging ik het gesprek aan. Wij hebben hier in Nederland een vruchtbare delta, wat niet elk land heeft. Ook hebben we een lang groeiseizoen door ons milde klimaat. Alles wat op de akkers staat, van akker- en tuinbouw tot grasland, profiteert van dit lange groeiseizoen. De sector haalt meer kilo’s product van het land dan in andere landen. Maar dan moet het wel goed worden gevoed. Immers, als er geen voedingsstoffen in de grond zitten, kan er ook niets groeien. De sector weet dit als geen ander.
Voor mijn collega-Statenlid was dit wel een nieuwe inkijk. Toen ik opmerkte dat we de akkers qua voeding aan het verarmen zijn, trok hij een wenkbrauw op. Dus het gesprek ging nog verder over derogatie, uitspoelen en kunstmest. Hij kon de gegeven informatie goed volgen en vond het zeer interessant. Nu maar hopen dat hij er iets mee gaat doen.
Stuk vlees op je bord
De volgende dag ben ik in gesprek met een gemeentelijk bestuurder. Hij vindt dat de bedrijven te groot worden. Een stuk vlees op je bord moet goed en duurzaam zijn geproduceerd. Daarom heeft hij ervoor gekozen geen vlees meer te eten. Dat respecteer ik, want keuzevrijheid is een groot goed. Vervolgens komt het gesprek op de ruimte en alle boerenakkers. Volgens deze bestuurder leggen die een te groot beslag op de ruimte. Hij zou er graag breder naar willen kijken. We hebben immers ook ruimte nodig voor het MKB, woningen en duurzame energie.
Ik vertel dat al deze akkers de lucht zuiveren, CO2 binden in de bodem, en zorgen voor een prachtig uitzicht, waar werkelijk iedereen gratis van mag genieten. Dit is gratis natuur. Het gesprek gaat verder, en ik vertel dat wij thuis graag nog willen groeien. Hij vraagt verontwaardigd waarom dan, want volgens hem nemen wij al zoveel ruimte in beslag. Ik leg uit dat wij qua dieren en grond graag in balans willen zijn. Dit moet ik beter uitleggen, want de bestuurder begrijpt mij verkeerd. Wij willen niet groeien in dieraantallen, maar in areaal. Zodat wij in balans zijn, eigen mest op eigen land kunnen plaatsen, en eiwit van eigen land kunnen halen. Zo zie je maar hoe snel een misverstand kan ontstaan.
Onbekend maakt onbemind
Dat vind ik zo leuk in de politiek en als volksvertegenwoordiger: er is in de provincie tijd om met elkaar in gesprek te gaan. Het is geen onwil van mensen; onbekend maakt onbemind. De sector zou vaker het gesprek aan moeten gaan met omstanders en mensen in de omgeving. Ik doe hard mijn best om het onbekende te blijven vertellen. Meer begrip voor elkaar zou de wereld een stuk leuker maken.
Over Ingrid de Sain
Ingrid de Sain is melkveehouder in Schellinkhout.
Ze schrijft op persoonlijke titel en is ook fractievoorzitter BBB Noord-Holland.
Tekst: Ingrid de Sain
Beeld: Ellen Meinen