Extra stikstofgevoelige natuur niet betrokken bij vergunningsaanvragen rond Eilandspolder

Uit het artikel werd duidelijk dat het goed gaat met het enige stikstofgevoelige habitattype, veenmosrietland, dat beperkend is voor de vergunningverlening van veehouderijen. Zelfs zo goed dat het habitattype zich wist uit te breiden, ondanks een slechte waterkwaliteit en een te hoge berekende stikstofdepositie. Willemien Koning leidde haar vragen als volgt in: „Dat is heel goed nieuws, en hierdoor zou de vergunningsverlening aan veehouderijen in de omgeving kunnen worden versoepeld. Wanneer het goed gaat met de natuur kan er immers weer ruimte komen voor vergunningverlening. Wij hebben echter de indruk dat er niets wordt aangepast in de vergunningverlening.”
Geen versoepeling
Zoals de provincie ook al in het artikel aangaf zijn Gedeputeerde Staten van mening dat er nog niets kan worden versoepeld, omdat de abiotische factoren niet goed zijn. Ook voor PAS-melders leiden de verbeteringen niet tot legalisatie, omdat de stikstofdepositie nog te groot is. Naast stikstofdepositie gaat het ook om een slechte waterkwaliteit. Om het natuurlijke proces van verlanding van veenmosrietland weer op gang te brengen, moet de waterkwaliteit volgens Gedeputeerde Staten verbeteren. Gedeputeerde Staten stellen tegelijk dat de abiotische randvoorwaarden bij het aanwijzen van het gebied tot Natura 2000-gebied matig waren en dat dat nu nog steeds zo is.
Instructie vergunningverleners
Het CDA is bang dat na toevoeging van de extra stikstofgevoelige natuur aan Aerius dit najaar de vergunningverlening nog moeilijker gaat. Gedeputeerde Staten verwachten weinig extra beperkingen, omdat er al hexagonen zijn met een lage KDW en omdat aanvragers van vergunningen ook te maken hebben met andere Natura 2000-gebieden. „De nieuwe plekken met veenmosrietland maken die beoordeling op zichzelf niet veel anders. Voor situaties waar de uitbreiding misschien wel een probleem zou kunnen vormen, wordt momenteel gewerkt aan aanvullende instructies voor vergunningverleners. Die instructies komen erop neer dat we een onderbouwing opstellen op grond waarvan de nieuwe, in feite herstelde, hexagonen (zeshoekige vlakken van 1 hectare groot) niet betrokken hoeven te worden bij het beoordelen van een vergunningaanvraag. Daarmee verwachten we dat het effect op de vergunningverlening ten opzichte van de huidige situatie zeer beperkt zal zijn.”
Zwervende hexagonen
Omdat veenmosrietland een tijdelijk stadium in een natuurlijke successie is, verdwijnt het ook weer. De redactie vroeg naar aanleiding van de beantwoording hoe de provincie daarmee om gaat en of die hexagonen dan ook weer verdwijnen. De woordvoerder antwoord als volgt: „We zijn ons bewust van de successie van veenmosrietland. Daarom ook is het zo van belang dat er nieuwe locaties van veenmosrietland ontstaan en dat lukt niet meer, met name vanwege de slechte waterkwaliteit. De aanvullende instructies zullen we in ieder geval weer tegen het licht houden als we het Natura 2000-beheerplan gaan evalueren."