Wiersma pleit voor blijvend grasland in veengebieden om eis Brussel tegemoet te komen
Bij de goedkeuring van het Nationaal Strategisch Plan in 2022, waarmee het kabinet invulling geeft aan de invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), zette de Europese Commissie twijfels bij de vraag of veengronden wel goed zouden worden beschermd. Nederland kreeg huiswerk mee om extra maatregelen daarvoor te treffen.
Met de verplichting voor blijvend grasland in het kader van conditionaliteit (GLMC) twee (Veenweiden en wetlands beschermen, red.), hoopt de minister tegemoet te komen aan het verzoek vanuit Brussel. De Europese Commissie zal zich de komende periode buigen over dit voorstel en aangeven of dit toereikend is of dat er nog extra maatregelen noodzakelijk zijn om veengronden te beschermen.
Voor bouwland in veengebieden gelden er geen teeltbeperkingen. Bouwland mag dus bouwland blijven. Ook zijn alle teelten hierop mogelijk.
Middelengebruik op bufferstroken
Een andere wijziging is dat de minister bij GLMC 4 (bufferstroken langs waterlopen) en GLMC 10 (bufferstroken langs droge waterlopen) meer ruimte wil bieden. Bij de introductie van bufferstroken in het GLB is vanuit de sector aangekaart dat boeren voor Wilde Haver, Knolcyperus en bepaalde invasieve exoten een verplichting hebben deze te bestrijden.
In uiterste gevallen kan dit alleen worden gedaan met chemische gewasbeschermingsmiddelen. Hiervoor gold een verbod bij de uitvoering van GLMC 4 en 10. Omdat er dus sprake is van conflicterende regelgeving, biedt de minister boeren de ruimte om gewasbeschermingsmiddelen toe te passen voor het geval er geen alternatieve bestrijdingsmogelijkheden zijn.
Nieuwe eco-activiteiten
Naast de wijzigingen worden er in 2025 twee activiteiten toegevoegd en één verwijderd. Zo zijn vanaf 2025 de eco-activiteit ‘Voedselbos’ en ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’ beschikbaar en wordt de activiteit ‘Vroeg ras rooigewas 1 november’ in 2025 verwijderd, omdat deze volgens Wiersma maar marginaal bijdraagt aan één van de doelen van de ecoregeling. ‘Bovendien ben ik over het algemeen geen voorstander van kalenderlandbouw en probeer ik deze te verminderen’, aldus de minister.
Toename blijvend grasland
Op verzoek van de Kamer, informeert landbouwminister Wiersma jaarlijks de Kamer over het areaal blijvend grasland.
Over de jaren 2022 en 2023 was er een toename van blijvend grasland van 747.472 hectare naar 748.721 hectare. Het aandeel blijvend grasland ten opzichte van het totale areaal landbouwgrond is daarmee toegenomen van 41,93 naar 42,33 procent.
De gegevens over het aantal hectare grasland in Nederland worden ingewonnen met de Gecombineerde Opgave en worden in maart aan de Europese Commisie gerapporteerd.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Tweede Kamer