Eerste trips in uien gezien: 'Wees waakzaam'
„We adviseren telers om systemische middelen te gebruiken die selectief zijn om zo natuurlijke vijanden te besparen. Batavia werkt preventief op jonge trips en biedt twee tot drie weken bescherming”, vertelt Sander Dekker. „Batavia werkt niet op volwassen trips. Als daar een toename van wordt gezien, kan Tracer worden ingezet.”
Hij en zijn collega’s monitoren wekelijks de uienpercelen, want hoewel door de lagere temperaturen en regenval deze week de ontwikkeling van de trips niet heel hard gaat, waarschuwt hij telers wel om waakzaam te zijn. „Als het warmer wordt, kan de populatie ineens explosief stijgen.”
Valse meeldauw
Dekker ziet dat het gewas in zijn teeltgebied er wisselend bij staat. „Er zijn percelen met uien die al vijf tot zes pijpen hebben en een lengte van 40 centimeter, maar er zitten ook percelen tussen met kleinere uien omdat ze later zijn gezaaid en de groei niet echt mee hebben gehad vanwege het weer. ”
In de plantuien is er al sprake van een behoorlijke ziektedruk van valse meeldauw, hoort Dekker van collega’s. „Bij mijn eigen telers heb ik het nog niet gezien, maar het natte vochtige weer is natuurlijk optimaal voor schimmels. We missen de hogere temperaturen met weinig bladnat-perioden die gunstig zijn om schimmels in toom te houden.”
'Wees waakzaam'
Ook in Oost-Nederland worden de eerste trips waargenomen, ziet teeltadviseur Wobbe van der Veen van Agrowin en wordt een eerste bespuiting met Batavia geadviseerd. Ook hier is nog geen explosieve groei waargenomen. Van der Veen ziet dat in het werkgebied van Agrowin (Achterhoek tot aan Emmen) sommige gewassen er onregelmatig op staan. „Maar ook in kleinere uien zitten soms al trips. Wees daarom waakzaam”, adviseert hij telers. „Als je nu niks doet en de temperaturen stijgen weer, dan zou je zo maar weer een explosie kunnen verwachten.”
André Boot, gewasspecialist bij Hazera en actief in Zuid-West Nederland ziet al aantastigen van trips. Hij waarschuwt telers om de ontwikkelingen goed in de gaten te houden, zeker met het oog op de wintergerst- en graszaadoogst. „Deze gewassen zijn een bron voor trips.” De stand van het gewas in zijn werkgebied omschrijft hij als 'matig'. „Er zitten mooie percelen tussen die vroeg zijn gezaaid, maar er zitten ook stukken tussen met nog maar drie of vier pijpjes.” Valse meeldauw is nog niet aan de orde, geeft Boot aan.
Structuurschade
In de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland zijn ook al trips gevonden. De trips worden voornamelijk gezien in de tweedejaars plantuien, vertelt Tom Langenberg van De Groot en Slot. „Hoewel het weer nu mee zit: de regen spoelt de trips weg, moeten telers wel alert blijven.”
De uien staan er in zijn werkgebied wisselend op. „Er zitten hele mooie partijen bij die vroeg zijn gezaaid, maar ik zie ook veel partijen met structuurschade en daardoor tweewassigheid. De structuurschade is het gevolg van het natte najaar en voorjaar. Je ziet dat op de plekken waar lang vocht heeft gestaan, de uien lastiger groeien. Ook zie ik percelen waar de groei achterblijft, mogelijk door het te vroeg inzetten van herbiciden.”