Column: Femke tegen de rest
Politiek is niet voor bange mensen. En als je ergens voor staat en dat wil veranderen, dan is daar lef voor nodig. Femke Wiersma heeft dat. Of het haar gaat lukken om de koers die het ministerie van LNV vaart en het hele ecologisch umfeld inclusief provincies ook bij te sturen is een vraag waar we pas later het antwoord op weten. Twee voorbeelden rondom natuur illustreren hoe diep verankerd de stikstofdepositie-gedachte in het Nederlandse systeem zitten.
NNN in Friesland
In haar eigen provincie wordt binnenkort door de statenleden het Programma Natuur besproken. Het is ambtelijk voorbereid en komt in grote lijnen neer op een uitvraag aan de terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en in het geval van Friesland om It Fryske Gea. De vraag is welke maatregelen deze organisaties graag willen nemen in de Natura 2000 gebieden en andere natuurgebieden die onderdeel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Maatregelen om ‘stikstofgevoelige instandhoudingsdoelstellingen te realiseren’ waar die organisaties op dit moment nog geen geld voor krijgen. Het levert een lijst op met maatregelen, uitgesplitst per natuurgebied, met een totaalbedrag van 100 miljoen euro. Ik heb geen idee of hier binnen de provincie discussie over gaat ontstaan, maar het geeft wel goed weer hoe alles opgehangen is aan berekende stikstofdepositie.
Geen onderbouwing
Van de Natura 2000-gebieden weten we inmiddels dat provincies geen goed beeld hebben van hoe de natuur er voor stond toen de gebieden in Brussel werden aangemeld. Daardoor weten de provincies meestal ook niet hoe de natuur zich ontwikkelt en als je alle rapporten goed leest dan verwarren ecologen en provincie-ambtenaren stikstofdepositie vaak met verdroging en natuurlijke successie. Twee weken geleden was ik in Friesland om in zo’n gebied te kijken. Ondanks dat de Ecologische Autoriteit en provincie naar stikstofdepositie wijzen was daar in het gebied weinig van te zien. Maar doordat ambtenaren en ecologen al twintig jaar de focus leggen op stikstofdepositie, komt dat wel overal terug in het beleid. In Friesland verwijzen ze nu als onderbouwing voor de extra maatregelen in de NNN-gebieden naar de vermeende nadelige stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden die in de buurt liggen. Er gaat dus extra geld beschikbaar komen, bovenop de subsidie die natuurorganisaties al krijgen voor die gebieden, op basis van natuurdoelanalyses van andere gebieden waar stikstofdepositie meestal geen grote drukfactor is. Dat is dus geld stopen in maatregelen die nog niet eens flinterdun zijn onderbouwd.
Extra stikstofgevoelige natuur
Een tweede voorbeeld speelt in Noord-Holland. De provincie plaatste eind mei op haar website een bericht dat er in Natura 2000-gebied Eilandspolder-Oost twee hectare veenmosrietland is bijgekomen. In het bericht schrijft de provincie: ‘Ondanks het intensieve beheer waardoor het beschermde veenmosrietland met 2 hectare is toegenomen, staat de natuur in dit natuurgebied nog steeds erg onder druk. Dat komt onder andere door teveel stikstofneerslag.’ Ik heb over dat gebied eerder geschreven, omdat er op verschillende plekken in het gebied rietland werd afgeplagd. Dan ontstaat er vanzelf veenmosrietland. Het interessante aan dit gebied is dat er geen natuurdoel is voor meer veenmosrietland. Dat was ook de reden waarom de provincie die extra ontwikkelde stikstofgevoelige natuur niet intekende op de natuurkaart die voor Aerius wordt gebruikt. De provincie wachtte op instructies van de minister hoe hiermee moest worden omgegaan. Blijkbaar heeft minister Van der Wal inmiddels aangegeven dat het toegevoegd moet worden.
PAS-melders
De provincie is zichzelf bewust van het feit dat dit invloed kan hebben op de vergunningverlening. De redenatie dat die invloed beperkt is zegt alles. ‘Hoewel het beschermde veenmosrietland dus met 2 hectare is toegenomen, blijft het effect op vergunningsverlening volgens de provincie beperkt. Dat komt omdat er al erg veel stikstofneerslag op Eilandspolder en andere Natura 2000-gebieden neerdaalt. Daardoor is vergunningsverlening al moeilijk en dat blijft het ook.’
Voor een buitenstaander is momenteel niet te controleren waar die extra hectares zijn bijgekomen, omdat de digitale natuurkaart niet online staat. Op vragen van mij zijn ze nu aan het uitzoeken hoe dat kan en wordt er aan gewerkt om dat te herstellen. Toen ik er twee jaar geleden naar keek, bleek dat vooral aan de randen en door het hele gebied te zijn. Dus wordt het nog moeilijker voor boeren om daar een vergunning te krijgen of een PAS-melder te legaliseren.
Femke materiedeskundig
Het zijn twee voorbeelden die aangeven hoe diep stikstofdepositie verankerd is in het beleidssysteem. Het denken binnen bijvoorbeeld LNV en provinciehuizen moet op basis van het coalitieakkoord nu dus om. Of beter gezegd, het frame dat landbouw door de afgelopen regeringen kreeg als grote boosdoener voor de natuurkwaliteit moet weer terug naar de juiste proporties. Dat vraagt veel van een nieuwe minister, helemaal wanneer de ambtenaren het zelf niet zo zien zitten. Dat vraagt ook om een minister die krachtdadig moet optreden en voet bij stuk kan houden. Of Femke dat is gaan we zien.
In tegenstelling tot haar voorgangers is haar grote voordeel dat ze materiedeskundig is. Als oud-beleidsmedewerker van de NMV en BBB weet ze alles over bijvoorbeeld het mestdossier. Op dat vlak kunnen ambtenaren haar dus niet sturen. En met aan haar zijde staatssecretaris Jean Rummenie, een veteraan op handelspolitiek, compenseert de BBB het gebrek aan buitenlandse ervaring. Ook blijkt uit een rondgang dat haar kennis en drive als bestuurder in Friesland geprezen worden.
BBB schuift dus een mooie mix van kwaliteiten naar voren die kans van slagen kan hebben. Maar een krachttoer wordt het.