Eerste resultaten vaccinatieproef vogelgriep veelbelovend
Uit eerder onderzoek in het laboratorium bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief zijn tegen verspreiding van het virus.
Omdat de effectiviteit van een vaccin anders kan zijn in een pluimveestal dan in een laboratorium, zijn deze vaccins op twee legbedrijven getest. Dit onderzoek wordt gedaan door Wageningen University & Research (WUR), Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Infectie voorkomen
Tijdens de veldproef zijn er op verschillende momenten transmissieproeven gedaan. Een aantal kippen wordt daarvoor uit de stal gehaald en blootgesteld aan het vogelgriepvirus. Uit de eerste transmissieproef, 8 weken na vaccinatie, is gebleken dat de vaccins infectie voorkomen. Er worden het komende anderhalf jaar nog meer transmissieproeven uitgevoerd, om de effectiviteit van de vaccins tijdens de volledige legperiode te onderzoeken.
Het demissionaire kabinet wil grootschalige vaccinatie op verantwoorde wijze mogelijk maken, met het oog op de dier- en volksgezondheid en het dierenwelzijn. Ook moeten eventuele negatieve gevolgen van vaccinatie voor de handel worden voorkomen. Daarom is voor een stapsgewijze benadering gekozen.
Volgende stap
De volgende stap is een pilot, waarbij pluimvee op meerdere bedrijven wordt gevaccineerd tegen vogelgriep. LNV wil de pilot uitvoeren met een vaccin dat op de Europese markt is toegelaten. De voorbereidingen van de pilot zijn in volle gang. De verwachting is dat er na deze zomer kan worden gestart met de pilot.
De eerste resultaten van de proef worden begin 2025 verwacht. Deze zullen ook gebruikt worden voor het bepalen van vervolgstappen richting een grootschalige vaccinatiecampagne.
Effecten op handel
Tijdens deze tweede pilot wordt er op meerdere legbedrijven gevaccineerd, waarbij de eieren van de leghennen op de pilotbedrijven in Nederland worden afgezet. Met de pilot wordt ervaring opgedaan met de toediening van vaccins en zal er ook veel aandacht zijn voor de mogelijk negatieve effecten van vaccinatie op de handel in pluimveeproducten met de implementatie van het surveillanceprogramma.
Het surveillanceprogramma is bedoeld een eventuele besmetting op een bedrijf waar is gevaccineerd, zo snel mogelijk op te sporen. Zo wordt de kans dat het virus blijft circuleren zo klein mogelijk gemaakt. Een besmetting kan ondanks de toediening van vaccins, toch gebeuren.
„Vogelgriep is een verschrikkelijke ziekte bij vogels, zowel pluimvee als wilde vogels. Ook pluimveehouders worden hard getroffen door vogelgriep. Ik ben daarom blij met dit positieve testresultaat, waardoor we weer een stap verder zijn in het vaccinatietraject, met grootschalige vaccinatie als einddoel. Vaccinatie is een belangrijk hulpmiddel om besmettingen van vogelgriep bij gehouden pluimvee terug te dringen.”
Landbouwminister Piet Adema