Groen licht voor derde blauwtongvaccin; campagne loopt goed door
Net als bij het eerste en tweede vaccin, is ook het derde vaccin versneld toegelaten na goedkeuring van het Bureau Diergeneesmiddelen van het agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG) en de Commissie toelating diergeneesmiddelen.
Hierdoor is de eerste uitlevering aan dierenartsenpraktijken vanaf maandag 27 mei al mogelijk. De vaccins kunnen door dierenartsen besteld worden via Kernfarm en/of via de groothandel. Vervolgens plannen de dierenartsen een afspraak in met de dierhouders om te vaccineren.
Twee injecties
Het vaccin is voor schapen en runderen beschikbaar. Bij zowel de schapen als bij de runderen zijn twee injecties per dier nodig, waarbij er enkele weken tussen de eerste en de tweede inenting moet zitten.
Dit is een verschil met het eerste en tweede vaccin, waarbij schapen één doses nodig hebben en runderen twee. Tot nu toe zijn vooral schapen gevaccineerd, omdat de sector met een vaccinatiestrategie heeft bepaald dat zij voorrang krijgen. Schapen krijgen namelijk meer last van ziekteverschijnselen dan runderen.
Grote besmetting voorkomen
Landbouwminister Adema is blij met de toelating. „Met nog een derde vaccin dat per direct beschikbaar is voor de Nederlandse markt, is er nog meer zekerheid en keuzevrijheid voor dierhouders. Dat is goed nieuws voor zowel de dieren als de dierhouders. Er zijn hiermee ruim voldoende vaccins beschikbaar om een grote besmetting deze zomer te voorkomen."
Verloop campagne
Het vaccineren is begin mei gestart. Hoewel er geen landelijk beeld is van hoe de vaccinatiecampagne verloopt, hoort de beroepsorganisatie voor dierenartsen (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, KNMvD, red.) geen zorgwekkende geluiden vanuit het veld, zo laat een woordvoerder desgevraagd aan de redactie van Agrio weten. „Alle dierenartsen zijn hard aan het werk om zoveel mogelijk dieren te vaccineren. Dat gaat goed."
De vraag naar vaccins verschilt per regio. Zo is er vanuit het zuiden nog minder vraag, omdat daar ook minder besmettingen waren.
Geen schaarste
KNMvD sluit zich aan bij de minister en hoopt ook dat voor de zomer, de start van het knuttenseizoen, zoveel mogelijk dieren een injectie kunnen krijgen. Met het derde vaccin moet dat zeker lukken, is de verwachting. „We verwachten dat er geen schaarste zal zijn en dat er binnenkort ook met de vaccinatie van runderen begonnen kan worden."
Om te zorgen dat er voldoende capaciteit is, worden ook masterstudenten en gepensioneerde dierenartsen ingezet. KNMvD heeft een speciale vacaturebank opgezet voor dierenartsenpraktijken die personeel zoeken en dierenartsen die zich aanbieden. Daarmee moeten vraag en aanbod gebundeld worden. Tot nu toe lukt dat goed. „In algemene zin hebben wij nog geen singalen gehad dat er ergens handen tekort waren."
Ondanks dat er bij het derde vaccin twee injecties nodig zijn, is er wel een belangrijk verschil met het eerste en tweede vaccin, legt de woordvoerder uit. „Het derde vaccin is al bewezen effectief. Dat was bij die andere niet het geval. Ook kunnen lammeren nu sneller gevaccinneerd worden. Bij het eerste en tweede vaccin kan dit na drie maanden, bij het derde vaccin al na twee maanden."
Geen besmettingen
Blauwtong is een meldplichtige ziekte. Op dit moment zijn er nog geen blauwtongbesmettingen, zo toont de kaart van de NVWA aan.
BVNL start petitie voor meer onderzoek naar blauwtong
BVNL, de partij van Wybren van Haga, is een petitie gestart voor meer onderzoek naar blauwtong. Met de petitie hopen ze dit af te dwingen bij het kabinet.
Hoewel er door de overheid wel onderzoek is gedaan naar de herkomst en het ontstaan van de uitbraak en de vesrpreiding, is BVNL van mening dat dit onvoldoende diepgaand is gedaan.
BVNL-coördinator Waterschappen Willy Verweij is klip en klaar over de eisen die de petitie stelt aan het kabinet. „We willen een onafhankelijk onderzoek naar de invloed van vernatting van veenweide en het beheer van natte plaatsen op de verspreiding van het blauwtongvirus. Ook willen we duidelijkheid over de vraag of bestaande beheersmaatregelen adequaat zijn en wat hun rol kan zijn geweest bij de verspreiding van het blauwtongvirus”, aldus Verweij.
Ook pleit de partij voor heroverweging van het huidige beleid. Verweij: „Er moeten meer natte plaatsen met stilstaand water worden gevormd. Het doel hiervan is om het risico op toekomstige uitbraken te minimaliseren."
'Route introductie niet vast te stellen'
Een woordvoerder van het ministerie van LNV laat in een reactie op de petitie weten dat de deskundigengroep dierziekten in november bij elkaar is geweest om een beoordeling te geven over het risico van een besmetting met blauwtong in Nederland en Noordwest Europa. Dit was op verzoek van minister Adema, die hiermee invulling gaf aan de motie Van Haga die het kabinet opriep om onderzoek te doen naar de herkomst van het virus. „De deskundigen hebben destijds vastgesteld dat de bron of route van introductie niet is vast te stellen."
Kamervragen
Zowel de Partij voor de Dieren (PvdD) als Van Haga stelden eerder Kamervragen aan de minister over een mogelijke connectie tussen het blauwtongvirus serotype 3 uit Italië en de variant die in Nederland voor veel slachtoffers zorgde.
In antwoorden op de Kamervragen stelde Adema toen dat er in Nederland geen ‘zuidelijke’ knuttensoorten zijn aangetroffen onder de knutten die mogelijk een rol spelen bij het verspreiden van het blauwtongvirus in Nederland.
Aandacht provincies
Ook in de provincies was er volop aandacht voor blauwtong. In onder andere Noord-Holland en Utrecht, provincies waar blauwtong veel om zich heen sloeg, werden ook vragen gesteld over de relatie tussen natte natuur en de verspreiding van blauwtong. De provinciebesturen gaven toen aan dat er geen wetenschappelijke onderbouwing voor deze casus is.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: Ministerie van LNV, KNMvD