Nieuwe coalitie gooit huidige landbouw- en stikstofbeleid grotendeels in de prullenbak
Het akkoord krijgt de naam 'Hoop, Lef en Trots' en bevat in totaal 26 pagina's, waarvan de landbouwparagraaf 1,5 pagina groot is. De titel is volgens de partijen zeker van toepassing op het landbouw- en natuurbeleid. 'Onze boeren, tuinders en vissers moeten gekoesterd worden, omdat ze belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en het Nederlandse cultuurlandschap, en onlosmakelijk onderdeel zijn van onze Nederlandse cultuur. Daarbij wordt hoogwaardige landbouwgrond beschermd.'
Om die reden moet het ministerie van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit (LNV) ook een naamswijziging krijgen en in de toekomst het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heten.
Mest
De partijen zien de urgentie op de mestmarkt. Boeren die gebruik maken van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV en LBV+) krijgen uitstel van de sloopverplichting totdat de mestmarkt weer stabiel is.
Daarnaast willen de partijen dat de nieuwe landbouwminister weer naar Brussel gaat om te vragen voor versoepelde mestregels, ondanks dat de huidige landbouwminister Piet Adema keer op keer aangeeft dat de Europese Commissie geen ruimte biedt. 'In Europa wordt met lef alles op alles gezet om Europese richtlijnen zo aan te passen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen', zo staat in het akkoord.
Zo pleiten PVV, VVD, NSC en BBB voor het herzien van de kwetsbare gebieden. Volgens de Nitraatrichtlijn moet dit elke vier jaar gebeuren. 'Nederland heeft het hele land als kwetsbaar bestempeld, dit kan dus worden herzien. Nederland gaat in Brussel aantonen dat bepaalde gebieden niet langer kwetsbaar zijn, dit kan per direct.' Hierdoor moet er dan ruimte ontstaan op de mestmarkt, omdat de norm van 170 kilogram stikstof per hectare uit dierlijke mest alleen geldt in kwetsbare gebieden.
Daarnaast moeten de stikstof- en fosfaatnormen in lijn worden gebracht om onze omringende landen (België en Duitsland). Hiermee kan het areaal nutriënten verontreinigde gebieden verkleind worden. Ook derogatievrije bufferzones rondom Natura 2000-gebieden worden beperkt tot enkel de stikstofgevoelige gebieden en die gaan van 250 naar 100 meter.
Ook moet in de tussentijd alles op alles worden gezet om de afbouw van de huidige derogatie terug te draaien en met de Europese Commissie tot betere en werkbare normen en afspraken te komen.
Nieuwe derogatie
Niet alleen voor de aanpak van de mestcrisis moet de nieuwe landbouwminister naar Brussel. 'In Europa wordt met lef alles op alles gezet om Europese richtlijnen zo aan te passen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen.'
De nieuwe minister moet inzetten op een nieuwe regio-specifieke derogatie van de Nitraatrichtlijn (gebaseerd op gemeten waterkwaliteit zoals in andere landen), het beperken van de overgangsgebieden rondom Natura 2000-gebieden tot alleen de stikstofgevoelige natuurgebieden en het verkleinen van de bufferstroken van 250 naar 100 meter.
Ook moet de maximale hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest van 170 kilogram per hectare uit de Nitraatrichtlijn worden geschrapt en de Natura 2000-gebieden herrijkt worden, gericht op een hoofdstructuur van robuuste natuurgebieden (geen ‘snippernatuur’).
Boer aan het roer
De nieuwe coalitie wil de boer weer aan het roer zetten door over te stappen van middelsturing naar doelsturing. Deze wens is ook al ingezet door het huidige kabinet.
Om dit te kunnen doen worden bedrijfsspecifieke emissiedoelen natuur, waterkwaliteit, klimaat en luchtverontreiniging geformuleerd.
Daarvoor worden voor natuur, waterkwaliteit, klimaat en luchtverontreiniging waar mogelijk bedrijfsspecifieke emissiedoelen geformuleerd. Er wordt zo snel mogelijk, juridisch houdbaar, een ‘afrekenbare stoffenbalans’ ontwikkeld zodat boeren weten waar ze aan toe zijn, zelf kunnen sturen op doelen en deze integraal gehaald worden. Om snelheid te maken wordt begonnen met onderdelen die snel uitvoerbaar zijn waarbij doelen, indien nodig, gebied- en bedrijfsspecifiek zijn.
Innovatie
Innovatie moet daarvoor de ruimte krijgen die het verdient. Procedures worden aangepast en middelen worden zo ingericht dat nieuwe innovaties snel juridisch houdbaar kunnen worden toegepast en doelen worden gehaald. Ook moet er een apart innovatieprogramma voor robotisering komen dat gericht is op het besparen van arbeidskrachten.
Samenwerking met akkerbouw
De nieuwe coalitie wil samenwerking tussen akkerbouwers en veehouderijen zoveel mogelijk stimuleren. De verschillen in het mestbeleid voor grasland en akkerland worden waar mogelijk opgeheven. Een voorbeeld dat in het akkoord wordt genoemd: 'Het uitrijden van vaste mest op bouwland met een staand gewas zoals wintertarwe in het voorjaar toestaan zonder inwerkplicht (dat de mest niet in de grond gewerkt hoeft te worden). Grasland heeft deze inwerkplicht niet. Gelijk beleid zou ook meer mesttoepassingsruimte betekenen.'
Stikstof
In het natuurbeleid willen de partijen dat er wordt gekeken naar de daadwerkelijke staat van de natuur. De kritische depositiewaarde gaat uit de wet en het Aerius moet worden vervangen, zodra er een juridisch houdbaar alternatief is. 'Waar het gebruik van modellen onontkoombaar is, worden ze mede gebaseerd op meten en weten, en op basis van werkelijke waarnemingen in de praktijk'.
Voor de vergunningverlening moet een nieuw stelsel voor de beoordeling van emissiearme stallen en stalsystemen worden opgezet dat zoveel mogelijk gebaseerd is op bedrijfsmetingen.
Stikstofreductie vindt plaats daar waar dat aantoonbaar nodig is voor de instandhouding van de natuur en andere drukfactoren worden ook aangepakt. Er komt een juridisch houdbare, wetenschappelijk verantwoorde rekenkundige ondergrens, dan wel drempelwaarde, van minimaal 1 mol per hectare per jaar. Op basis hiervan, of met beschikbare stikstofruimte via extern salderen, worden ‘PAS-melders’ met voorrang gelegaliseerd. Dit alles wordt juridisch geborgd.
Dierenwelzijn
De nieuwe coalitie wil concrete stappen zetten naar een veehouderij die nog meer dierwaardig is. Daarvoor wordt per diersoort vastgelegd waar stallen aan moeten voldoen op lange termijn. Dit geeft veehouders een realistisch tijdpad om stallen, in een natuurlijk afschrijvingsritme, aan te passen. De overheid maak het mogelijk te starten met concrete pilots.
Bij de uitwerking hiervan is aandacht voor de investeringen die dit van de veehoduers vergt en welk deel zij via een goed verdienmodel kunnen terugverdienen. Indien dit onvoldoende kan, wordt bezien op welke manier de overheid hier een bijdrage in kan leveren of wordt het beleid aangepast.
Rode diesel
De nieuwe coalitie wil het gebruik van rode diesel weer toelaten. Het initiatief hiervoor is met name door BBB tijdens de onderhandelingen ingebracht. Volgens die partij kan het gebruik van rode diesel 28 cent per liter schelen. Het plan is dat rode diesel per 2027 wordt heringevoerd. Hiervoor wordt vanaf datzelfde jaartal structureel vijf miljioen euro uitgetrokken. Naast de herinvoering, wordt de huidige accijnsverlaging op brandstoffen verlengd tot en met 2025.
Financien
Wat kosten al die plannen? Vanaf 2026 trekt de coalitie jaarlijks 500 miljoen euro uit voor agrarisch natuurbeheer, zodat boeren langjarig en marktconform worden beloond.
Vanaf 2026 tot 2030 reserveert ze ook 1 miljard euro per jaar voor investeringen in de agrarische sector, bijvoorbeeld voor opkoopregelingen, innovatie en de aanpak van de mestmarkt. De coalitie zet echter een dikke streep door het Transitiefonds Landelijk Gebied.
Overige punten
Andere punten die van belang zijn voor boeren zijn:
- De Rijksoverheid pakt de regie bij mestverwerking. In samenwerking met provincies en gemeenten worden de problemen rond vergunningverlening voortvarend opgelost;
- Toekomstperspectief en extra aandacht voor jonge boeren, zodat zij bedrijven kunnen overnemen of starten;
- Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel en er komt geen gedwongen onteigening;
- Geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid, bestaande koppen worden zo maximaal mogelijk geschrapt;
- We willen niet importeren wat we in Nederland niet mogen produceren;
- Bij het afsluiten van internationale handelsverdragen staat het gelijke speelveld voorop;
- Nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld en de voedselketen, inclusief industrie en banken, dragen bij aan het verdienmodel;
- Er wordt geregeld overlegd met land- en tuinbouwbouworganisaties en de visserij, en het beleid wordt gebaseerd op wat in de praktijk werkt;
- De nationale databank Flora en Fauna wordt zo snel mogelijk kosteloos en ongelimiteerd voor publieke doeleinden opengesteld.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Robert Ellenkamp
Opgeleid tot ruimtelijk planoloog, maar geboren met een journalistiek hart. Sinds 1999 werkzaam bij Agrio. Eerst als journalist en later als coördinator van de regionale vakbladen. Sinds 2009 verantwoordelijk voor alle redactionele producties op papier en online van Agrio. Geeft leiding aan het 18-koppige redactionele team en stuurt de ontwikkeling van nieuwe producten aan.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer