Column: De tegenstrijdigheid van het boeren
‘Ga je dan nooit op vakantie? Waarom wil je met al die stikstofheisa nog melkveehouder worden?' Deze vragen komen altijd voorbij, en in mijn antwoord merk ik een bepaalde tegenstrijdigheid op.
NV-gebieden
Een van de redenen voor mij om in het melkveebedrijf van mijn familie actief te worden was om impact te maken in de praktijk. Met een diploma landbouwbeleid en de mond vol van duurzame landbouw wil ik niet alleen nadenken en adviseren over wat er mogelijk is, maar juist in de praktijk dingen doen. Een nobel streven, waar ik nog steeds achter sta. Alleen zodra je in de praktijk aan de slag gaat, merk je dat het tempo waarin je stappen zet niet alleen van je ‘eigen’ ambitie en inspanning afhangt. Een realistische strategie maken en volgen is verrekte complex als je kijkt naar de (recente) aanwijzingen van NV-gebieden en bufferstroken, politici die meewaaien met de wind en het feit dat alles financieel- en vergunningtechnisch stil ligt.
Ook het ‘eigen baas zijn’ vind ik een mooi aspect aan boer zijn. Zelf het hele bedrijf kunnen runnen naar eigen visie. Alleen zie ik het (voorlopig) als onmogelijk om op alle aspecten uit te blinken. Veeverzorging, landwerk, bemesten- en beweiden, rantsoenoptimalisatie, diergezondheid en dierwelzijn, om op alle punten te scoren maak ik dankbaar gebruik van de expertise van onze veearts, voeradviseur, de loonwerker(s) en onze geweldige klauwbekapper. Ik heb immers net als ieder ander maar 24 uur in een dag én niet voor alles evenveel talent. Daarnaast, hoef ik mij vanwege onze zuivelcoöperatie, maar beperkt te bekommeren om de vervolgstappen zodra de RMO-chauffeur het erf verlaat.
Natuur
De vrijheid van je eigen tijdsindeling maken is ook een geweldig argument. Alleen een spontaan biertje op vrijdagmiddag is lastig, want de koeien moeten gemolken worden. Of met z’n allen hele dag van huis weg, dat blijft spannend. Al kan dat ook aan ‘alles is te fixen met balentouwtjes-beleid’ van ons bedrijf liggen. Ook het werken buiten, in en met de natuur vind ik een absoluut pluspunt van boer zijn. Hoewel dit in de natte winterperiode best taai kan zijn: s’ochtends en s’avonds donker, regen, kou en sneeuw. Dan ga ik zeker soms met frisse tegenzin naar buiten om aan de bak te gaan.
Toch, als ik langs de vakantiekiekjes van die oud-studievrienden scrol, blijf ik ondanks bovengenoemde tegenstellingen concluderen dat ik niet jaloers ben. Ik ben blij en dankbaar dat ik het mooiste beroep van Nederland uitoefen en trots dat ik kan bijdragen aan gezonde producten met zorg voor de plek waar ik ben opgegroeid.
Tekst: Amber Laan
Beeld: Susan Rexwinkel