Column: Duinen houden zich niet aan Natura 2000-beleid
De Ecologische Autoriteit kwam deze week met haar advies over twee Natura 2000-gebieden in de duinen van Noord-Holland. De negatieve teneur in rapport nummer 88 en 89 over Den Helder-Callantsoog en Zwanenwater & Pettemerduinen is hetzelfde als bij al haar andere adviezen. In deze gebieden is de berekende stikstofbelasting te hoog, is er te weinig zandverstuiving, zijn er te weinig konijnen en rukken plantensoorten op die we er niet willen. Om het slechte nieuws nog wat groter te maken, zijn de onverklaarbare vondsten van dinoterb ook toegevoegd als een nieuw mogelijk risico. Het is om treurig van te worden, kun je denken. Net zoals bij alle andere adviezen is de conclusie: zonder extra ingrepen zal de natuur in beide gebieden achteruitgaan. Daar horen over het algemeen ruimtelijke ingrepen bij rondom die gebieden, lees aanpassen landbouwgrond, en bronaanpak van stikstofemissies.
Geen doelen behaald
Toen de Ecologische Autoriteit werd opgericht dacht ik nog dat ze wellicht op een andere manier naar de ecologie zouden kijken, maar die hoop is vervlogen. Ze doen niets anders dan alle onderzoeken die ze kunnen vinden bij elkaar zetten en controleren of de provincie de natuurdoelanalyse goed heeft opgesteld. Bij de provincie Noord-Holland was er van alles op aan te merken, maar toch onderschreef de Ecologische Autoriteit de conclusies. Voor het gebied Zwanenwater & Pettemerduinen kwam Noord-Holland tot de conclusie dat de doelstellingen van geen enkel habitattype al zijn behaald. Bij zeven habitattypen zijn de doelstellingen waarschijnlijk wel te halen, maar voor dertien habitattypen wordt dat lastig, tenzij er forse ingrepen plaatsvinden.
Zwanenwater
Ik zoom even in op het Zwanenwater, want dat is één van onze mooiste natuurparels. Hier komt bijna een derde van alle Nederlandse wilde planten voor, waaronder veertig bedreigde soorten. Voor paddenstoelen geldt hetzelfde en daarvan komen 110 soorten van de Rode lijst voor. Vogelliefhebbers roemen het gebied vanwege de bijzondere soorten, waarvan zeldzame blauwborsten en boomveldleeuweriken toenemen.
Deze aantallen zuig ik niet uit mijn duim, maar staan opgesomd in het boek ‘Bloeiende duinen’ dat in 2019 verscheen. Het is het meest recente complete overzicht van de natuurkwaliteit en -ontwikkeling over de duinen van Zeeland tot en met de Waddeneilanden. De titel van het boek verraad al dat het erg goed gaat met dit meest natuurlijke ecosysteem van Nederland. Er zijn wel zaken die beter kunnen, maar het stoppen van de verdroging door drinkwaterwinning zorgt voor herstel en nattere duinen. Ook het verdwijnen van naaldbomen, die aangeplant werden voor de mijnbouw in Limburg, gaat de verdroging tegen. In het geval van Zwanenwater houdt een kwelscherm het water binnen het gebied. Daar profiteert de natuur ook van. Zwanenwater is samen met Voorne het enige gebied waar nooit drinkwater is gewonnen en dat verklaart vooral dat het er goed gaat en veenvorming plaatsvindt. Fantastisch, zou je zeggen.
Dynamisch
Tegelijkertijd zijn de duinen een dynamisch gebied. Door zandsuppleties in het kader van waterbescherming groeien de duinen weer en wordt er kalkrijk zand het gebied in geblazen. Daar profiteren bepaalde soorten van. De fors gedaalde konijnenstand zorgt ook voor verandering in het gebied, want er wordt minder begraasd en minder gegraven. Daardoor neemt de tapuit af, omdat deze vogel die holen gebruikt als broedplek. De duinen laten daarmee zien dat natuur grillig is en door de tijd heen verandert.
Dat is geen probleem, zolang die soorten genoeg goed onderhouden leefgebied hebben en niet uitsterven. Neemt de konijnenstand weer een keer toe, dan groeit de populatie tapuiten ook weer. Het houdt allemaal verband met elkaar.
Bedacht probleem
Voor overheden en beleidsmakers die alles tot op de vierkante millimeter hebben vastgelegd en op soortniveau doelstellingen met ambities hebben bepaald, is dat lastig. Er is bepaald dat er 20 broedparen tapuit moeten zijn en 55 broedparen lepelaars. Die aantallen worden niet gehaald. De afname van de konijnenstand is mede daardoor een knelpunt volgens Noord-Holland en de Ecologische Autoriteit. Ook de ambities van andere habitatypen worden niet gehaald, maar het gaat dus goed in het gebied.
De Ecologische Autoriteit pleit zelfs voor nog meer Smart-geformuleerde doelstellingen, maar dat lijkt een doodlopende weg. We hebben juist minder doelstellingen nodig en moeten op een grotere schaal gaan kijken. De ontwikkeling in ons meest natuurlijke natuurgebied laat zien dat de rode seinen een bedacht probleem zijn. Of anders geformuleerd: de duinen houden zich niet aan het Natura 2000-beleid.